Xandra Kramer, bijzonder hoogleraar European Civil Procedure, heeft de prestigieuze ERC Consolidator Grant gekregen. Met de onderzoeksbeurs van 2 miljoen euro kan ze onderzoek doen naar de toegankelijkheid van civiele procedures voor EU-burgers.
“Ontzettend blij”, is Kramer met de Consolidator Grant. Dankzij de beurs kan ze, samen met drie postdocs en twee promovendi, vijf jaar lang onderzoek doen. Het project richt zich op de toegang tot het recht in Europa. “Civiele procedures zijn vooral nationaal geregeld”, legt Kramer uit. “Maar er komen steeds meer Europese procedures en regels. De toegang tot de rechter in civiele procedures is eigenlijk al tientallen jaren moeilijk.” De kosten zijn hoog, procedures duren lang, en er is vaak ongelijkheid in budget en kennis tussen consumenten en bedrijven.
Spanning
Voor het onderzoek identificeerde ze vier trends, die zowel op nationaal niveau als op pan-Europees niveau spelen en tot doel hebben de toegankelijkheid te verbeteren. Digitalisering van procedures is een voorbeeld van zo’n trend. “Zeker relatief eenvoudige procedures kunnen in de toekomst steeds meer online worden gevoerd, dan hoef je niet meer fysiek naar de rechter”, zegt Kramer. Een andere trend is de ‘privatisering’ van de rechtspraak, wat mensen de mogelijkheid biedt om zonder tussenkomst van een rechter, bijvoorbeeld via een mediator, een procedure te voeren. Dit is vaak goedkoper en sneller.
De trends hebben duidelijke voordelen voor de toegankelijkheid van het recht, maar bevatten volgens Kramer ook een spanning. Neem bijvoorbeeld de mogelijkheden om zelf zaken te voeren, zonder advocaat, die in veel lidstaten worden gecreëerd. “Dat maakt het goedkoper om een procedure te beginnen. Maar tegelijkertijd ontstaat het gevaar dat de rechtsbescherming in het geding komt, als de tegenpartij bijvoorbeeld een bedrijf is dat wel met een advocaat procedeert.”
Hoge eisen aan ethiek
Kramer en haar toekomstige collega’s gaan in vijf lidstaten onderzoeken hoe deze trends werken, wat daar de voor- en nadelen van zijn, en welke invloed ze hebben op de toegang tot het recht en op het opkomende Europese civiele procesrecht.
Toen Kramer op 1 december hoorde dat ze de beurs zou krijgen, kon ze vrijwel meteen aan de slag. “Ik heb er één dag van kunnen genieten. Toen werd ik al meteen gewaarschuwd: het werk gaat nu écht beginnen.” Tot de kerst was ze bezig met allerlei aanvullende documenten op te stellen om de voorbereiding van de grant agreement rond te krijgen. “De European Research Council stelt hoge eisen aan de ethische aspecten van het onderzoek: hoe ga je kandidaten voor je interviews wijzen op hun rechten en plichten? Hoe ga je om met de opslag van data? Welke eventuele privacygevoelige informatie wil je krijgen tijdens interviews en waarom? Omdat ik onderzoek doe in vijf verschillende landen moet al die informatie ook vertaald worden. Heel begrijpelijk en belangrijk, maar al met al een behoorlijke papierwinkel.”