Hoe maak je tachtigurige werkweken in de financiële sector zonder te bezwijken onder de druk? Dat wilde een student weten tijdens het maandelijkse Denkcafé in Arminius op woensdag 19 oktober. De vijfhonderd aanwezigen, grotendeels studenten en starters, kregen geen kant-en-klaar antwoord of een lijstje met survivaltips van de experts. Wat wel duidelijk werd: betrokken en ambitieuze jongeren vormen een risicogroep.

De leeftijd waarop je risico loopt op een burn-out daalt, vooral door technologie, zei arbeidssocioloog Fabian Dekker na afloop van het Denkcafé tegen EM. “De 35-minners zijn de eerste generatie die hiermee te maken krijgt. Werkgevers eisen steeds meer van hun werknemers en routinebanen verdwijnen. Daarnaast werken we steeds vaker flexibel, waardoor je autonomie afneemt. Maar ook onze prestatiemaatschappij is een oorzaak: wanneer iets niet lukt, wordt het direct als persoonlijk falen gezien.”

De statistieken

Die observatie wordt ondersteund door de cijfers. Uit onderzoek van het CBS en TNO van vorig jaar blijkt dat een op de zeven werknemers in 2014 burn-outklachten had, dus meer dan een miljoen mensen. Vooral starters blijken er vatbaar voor te zijn: in de groep 25- tot 35-jarigen heeft bijna 17 procent deze klachten. Bij 15- tot 25-jarigen valt het mee: 8,7 procent.

Hoe het specifiek zit met studenten is echter moeilijk te achterhalen. Wel verschijnen er al jaren alarmerende verhalen over een toename van psychische klachten bij hen. Een onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbond: “De helft van de studenten heeft tijdens zijn studie last van psychische klachten.”

Profielen, het blad van de Hogeschool Rotterdam: “7,1 procent van de HR-studenten heeft een depressie.” De Geneeskundestudent, de belangenbehartiger van geneeskundestudenten: “14,5 procent van de geneeskundestudenten voldoet aan de kenmerken van een burn-out. Onder coassistenten is dat zelfs 17,8 procent.” De studentengezondheidstest van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam: “17 procent van de Amsterdamse studenten geeft aan psychische problemen te hebben.” En volgens het Expertisecentrum Handicap + Studie is een psychisch probleem of een psychische aandoening (na dyslexie en concentratieproblemen) de meest voorkomende functiebeperking onder studenten.

Schijn of werkelijkheid

Maar is er daadwerkelijk sprake van een toename van psychische klachten onder studenten? Dat is op basis van deze onderzoeken niet te zeggen. Wel enquêteerden studentenorganisatie ISO en het Nederlands Instituut van Psychologen 35 studentenpsychologen, en die ervaren een toegenomen hulpvraag onder studenten.

Bovendien denken ze dat de klachten ernstiger zijn. Ook zorgwekkend: ruim de helft van de studentenpsychologen denkt dat er op universiteiten en hogescholen onvoldoende capaciteit is om studenten goed te helpen met hun psychische problemen. Cijfers voor de situatie op de EUR zijn niet direct beschikbaar. De reden die de woordvoerder geeft, is niettemin indicatief: “Het kost altijd wat tijd om alle informatie te verzamelen, en de studentenpsychologen zitten vol met afspraken.”