Tentamens, het is dat het moet. Daar sta je dan, in die welbekende tentamenzaal en herinneringen aan een feestende biercampus vliegen aan je voorbij. Even wil je dat je voor altijd eerstejaars zou kunnen zijn. Dan word je terug in de realiteit getrokken: vrienden vragen nog last minute wat dat ene puntje in de stof van week 5 nou ook al weer was. En dan is het uur van de waarheid daar: de drie uur durende marteling begint. De strijd om je concentratie, die soms door frustraties uit de weg wordt geruimd. EM presenteert de top-vijf van die vervelende en soms concentratieboog-doorbrekende frustraties.
1) I speak English very well, but not so snel maar dat komt nog wel
Het begint natuurlijk al als de oudjes het begin van het tentamen beginnen om te roepen. Zit je dan net met je pen in de aanslag en eindelijk geconcentreerd aan je tafeltje, moet je eerst nog naar dat Louis-van-Gaal-Engels van de omroep(st)er luisteren. Voordat hij of zij eindelijk gestopt is, heb jij je al tien keer afgevraagd waarom ze die mensen nooit een taalcursus laten doen. Dag, concentratie.
2) Op het puntje van je pen
Eindelijk heb je je concentratie weer teruggevonden omdat je de eerste vraag gelukkig zo kon beantwoorden, betrekt bij de tweede vraag weer je gezicht. Eerst heb je werkelijk waar geen idee wat de bedoeling is maar hoe langer je oog in oog staat met je vijand, begint er wat te dagen. Je krijgt een gevoel dat je weet wat het antwoord is, maar je kunt er nét niet bij in je gedachten. Hoe lang je ook nadenkt, je komt er maar niet concreet op. Gevolg: frustratielevel skyhigh.
3) Als je van bééren leren kan..
Ben je net lekker bezig, voel je ineens een windvlaag van rechts. Niets vermoedend ga je verder met je opgave totdat je ook ineens een windvlaag van links voelt. Je kijkt op en kijkt recht tegen de onflatteuze pantalon van een van de surveillanten aan. IJsberen blijkt echt hun grootste hobby te zijn. En als je er dan toevallig eentje treft die rustig aan zijn tafel blijft zitten of kalm in de hoek van je blok blijft staan, kan je je wel ergeren aan de veel te luidruchtige crackers. Surveillanten, we kunnen niet zonder ze, maar ze halen soms wel het bloed onder onze nagels vandaan.
4) Klik-klakstoornis
Hoewel het echt wereldwijd bekend is dat klikken met je pen als irritant wordt ervaren door anderen, heb je nog steeds van die mensen die hier niet mee kunnen stoppen. Als je ze een pen in hun handen geeft, gaat het gelijk mis. En mocht er eindelijk eens niemand aan deze stoornis lijden, heb je altijd wel iemand die denkt dat het een goed idee is om z’n tanden in een appel te zetten midden in vraag 3. Argh!
5) Blaas, ik ben de baas!
Je kent het wel, je hebt nét iets te lang uitgesteld om zo’n achterlijk plaskaartje aan te vragen omdat je snel nog even het antwoord wilde opschrijven voordat je het weer kwijt was. Gevolg: iemand is je voor. Tergend wacht je tot diegene terug is en om de tijd te doden maak je vast een volgende vraag. Als je opkijkt omdat je weer een vraag heb voltooid, is de volgende al naar de wc. Blaas, ik ben de baas!
Waarom EM mensen (liever) niet anoniem opvoert
Het is een zorgelijke ontwikkeling voor Erasmus Magazine: mensen die niet met hun naam in…