Ook dit jaar heeft de Erasmus Universiteit Rotterdam geen Spinozapremie in de wacht gesleept. De universiteit staat al sinds 1998 ‘droog’. Alleen de Universiteit van Maastricht scoort nog slechter: daar won nog nooit een wetenschapper een Spinozapremie.

De vier winnaars van dit jaar werken aan slechts twee universiteiten: de Radboud Universiteit Nijmegen en de Rijksuniversiteit Groningen. De premies staan bekend als de Nederlandse Nobelprijzen.

Jaarlijks krijgen drie of vier Nederlandse wetenschappers de prijs van onderzoeksfinancier NWO. De winnaars ontvangen elk 2,5 miljoen euro om aan hun onderzoek te besteden.

Heilige graal

Wilhelm Huck (1970) is hoogleraar fysische en organische chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en doet onderzoek naar lichaamscellen. Het liefst zou hij zelf, van de grond af aan, een cel bouwen. Dat is nog niemand gelukt. Volgens NWO is het één van de heilige gralen van zijn vakgebied.

Zijn Radboud-collega Mihai Netea (1968) is hoogleraar interne geneeskunde en bestudeert hoe ons afweersysteem vijandelijke schimmels en bacteriën herkent, bijvoorbeeld bij een bloedvergiftiging. Hij wil ook weten hoe het aangeboren immuunsysteem ‘getraind’ raakt door ziektes en andere invloeden. Leuke bijkomstigheid: Netea schrijft ook sciencefictionverhalen.

Denken over taal en geheugenchips

Lodi Nauta (1966) is hoogleraar geschiedenis van de filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij kijkt naar parallellen tussen het denken over taal in de middeleeuwen, de renaissance en de twintigste eeuw. Daarnaast houdt hij zich bezig met de plek van het humanisme in de Westerse filosofie.

De laatste gelukkige is Bart van Wees (1961), hoogleraar technische natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkt onder meer aan geheugenchips op basis van magneetvelden (‘spin’) van elektronen. Die chips kunnen in principe twee keer zoveel informatie opslaan als gewone computerchips.

Leiden aan kop

De Radboud Universiteit heeft sinds 1995 evenveel Spinozapremies in de wacht gesleept als de Universiteit van Amsterdam: ze delen de derde plek. Utrecht staat nog altijd tweede en Leiden blijft de absolute koploper.