‘Doe wat je het liefste doet en de toekomst vindt jou wel’

Hoe hebt u uw talent ontdekt?

“Mijn ouders waren muziekliefhebbers. Op mijn vijfde begon ik met pianospelen, en op mijn zevende had ik voor het eerst een viool vast. En ik voelde meteen dat ik een goede violist kon worden. De viool bood me vrijheid en de mogelijkheid mijn eigen geluid te ontdekken, ook omdat het zo lijkt op zingen. Het voelde goed.”

Waarom moet je op zo’n jonge leeftijd beginnen?

“Dat is hoe lang het duurt als je een excellente musicus wil worden. Je geestelijke ontwikkeling moet parallel lopen met je emotionele en spirituele ontwikkeling. Die drie skills moeten in elkaar klikken.”

Hoe belangrijk is ambitie, of is talent genoeg om succesvol te worden?

“Ik ben nooit ambitieus geweest. Het was niet dat ik veel audities afging om concertmeester te worden. Toen het verzoek kwam van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, was ik verbaasd. Voor mij is dat een goed voorbeeld dat als je doet wat je het liefste doet, bewust stilstaat, dan vindt de toekomst jou wel. Natuurlijk heb ik als violist en concertmeester wel de ambitie om mezelf voortdurend te verbeteren.”

Wat kunt u ons leren over leiderschap?

“Als concertmeester en als leider van een bedrijf moet je een breed begrip hebben van het hele proces binnen je organisatie. Bovendien moet je tegelijkertijd kunnen leiden en volgen. Voor ons als orkestleden is het belangrijk om écht naar elkaar te luisteren, want als je muziek maakt kun je je niet verschuilen. Ik kan het horen als iemand een slechte dag heeft. Dat zijn vaardigheden die leiders in bedrijven en organisaties ook zouden moeten inzetten.”