De 81ste Boekenweek vindt deze week plaats. Dit jaar staat de week in het teken van de Duitse literatuur. Onder het motto ‘Was ich noch zu sagen hätte’ worden boeken uit ons buurland belicht. Wij bleven dichter bij huis en vroegen zes schrijvende Rotterdammers: welke boeken moet je als student echt hebben gelezen?

Voor de Kralingse studenten

19027-Kwast-20van-20der-20Ernest-201-20LR-20-C2-A9-20Keke-20Keukelaar (2)
Beeld door: De Bezige Bij

Ernest van der Kwast, schrijver van o.a. De IJsmakers en de bestseller Mama Tandoori raadt je Less than zero van Brest Easton Ellis aan.

“Een boek waarin veel gedronken wordt, dat doet het bij studenten altijd goed. In mijn studententijd las ik Para! van Jacob van Duijn. Een voortvarende student verdwaalt in de binnenstad van Amsterdam en leert de keerzijde van een goed leven kennen.

“Een ander geweldig boek, vooral voor de studenten in Kralingen, is Less than zero van Bret Easton Ellis, waarin een groep studenten op drift raakt in Los Angeles. Studenten zitten nu vooral in het brave keurslijf van presteren en het halen van goede cijfers. Misschien is dit boek, vol feestjes, drank en drugs, daarom wel een eyeopener.

“Mocht je geen zin hebben in de genoemde boeken, dan raad ik elke student een goed kookboek aan. Vooral mijn studerende achterburen. Ik weet niet wat ze koken, maar dat kan nooit goed zijn.”

Nét niet geneukt

elfie (2)
Beeld door: Lenny Oosterwijk

Volgens Elfie Tromp, schrijver, columnist bij Metro en oprichter van het literaire tijdschrift Strak, moet je Het is maar bloed van haar vriend Jerry Hormone lezen.

“Een ellendige verhalenbundel over ellendige personages die ellendige dingen meemaken. Dat is Het is maar bloed van Jerry Hormone. De verhalen spelen zich af in het Rotterdam van nu, waar de personages aan liefdeloosheid ten onder gaan. Zo zullen studenten het verhaal over een agressieve rijleraar erg herkenbaar vinden. Ook lees je de zin: “Een hoop gezopen, maar nét niet geneukt.” Zo ziet het gemiddelde studentenleven er toch uit?”

Verzet

unnamed-1 (2)
Beeld door: Vera Cornel

Raoul de Jong, schrijver van ‘het Beste Rotterdamse Boek van 2015’ De Grootsheid van het Al, wil met Anton de Koms Wij slaven van Suriname je kennis laten maken met de donkere kant van Nederland.

“Ik ben net teruggekomen uit Suriname, het land van mijn vader. Mijn vader leerde ik pas twee jaar geleden kennen. Voor die ontmoeting was Suriname voor mij niet meer dan Gerda Havertong (actrice in de televisieserie Sesamstraat, red.). In Wij slaven van Suriname schrijft Anton de Kom over de Surinaamse geschiedenis vanuit het standpunt van de onderdrukten. Als lezer maak je kennis met Suriname, maar ook met de donkere kant van Nederland. Je hoort bijna nooit over die kant, en daarom is het belangrijk dat je beseft als student dat veel van de dingen die ons verteld worden onzin zijn. Het boek maakt je boos, maar gek genoeg ook opgewekt. Het laat namelijk zien dat het mogelijk is om verzet te plegen.”

Het volle verstand

Persfoto Ester Naomi Perquin door Sander Vermeer (rechtenvrij) (2)
Beeld door: Sander Vermeer

Ester Naomi Perquin, dichter en vrijdagnacht-presentator van het VPRO-radioprogramma Nooit meer slapen, wijst op de lessen in de dichtbundel Een bed van mensenvlees van Eva Gerlach.

“Er komen verschillende titels bij me op. De walging van Sartre, bijvoorbeeld, en De deur van Magda Szabó, maar misschien is het aardig om een dichtbundel te kiezen, aangezien niemand die bij zijn volle verstand is ooit aan poëzie begint. Een ongelukkig verschijnsel.

“Een bundel die elke student zou moeten lezen is Een bed van mensenvlees van Eva Gerlach. Maar eigenlijk zijn al haar bundels de moeite waard. Ze is de grootste vrouwelijke dichter die we in Nederland hebben: terloops wreed, precies, ongrijpbaar, wonderlijk intiem van toon, onnavolgbaar eigenzinnig. Je leert iets over de mens, over het hoofd van de mens, door deze poëzie te lezen: iets dat je nergens zo kunt leren. Er gaat een troost vanuit die alles wat gruwelijk is beter maakt. Je kunt gerust een deel van je volle verstand omzetten in poëzie. De wereld zal er niet slechter van worden.”

Op een onbewoond eiland

Mohammed-Benzakour (3)
Beeld door: Djemaa el Fna

Mohammed Benzakour, opiniemaker en schrijver van o.a. De koning komt, neemt je met Daniel Defoe’s Robinson Crusoe mee naar een onbewoond eiland.

“Studenten, vooral vroeger, brengen het grootste deel van de dag op hun studentenkamer door. Diep weggedoken in hun studieboeken, komen ze maar weinig te weten over het échte leven. Als eenzame student valt er daarom veel te leren van Daniel Defoe’s Robinson Crusoe, een oerboek over het leven. Na aangespoeld te zijn op een eiland, trotseert Crusoe alle elementen. Alleen op de wereld, omringd door gevaren, bouwt hij uit het niets zijn eigen koninkrijk.”

Rotterdamse nuchterheid

XsnPWb2K (2)
Beeld door: Twitter.com

Jerry Hormone, alias van kinderboekenschrijver Jeroen Aalbers, maakte onlangs zijn literaire debuut met Het is maar bloed. Hij vindt dat je iets kunt opsteken van het autobiografische De avonturen van Cornelis Bastiaan Vaandrager.

“Rotterdam is nu een gezellige hipsterstad, maar een paar decennia geleden lag deze stad in puin. Het autobiografische De avonturen van Cornelis Bastiaan Vaandrager gaat over een jongen die opgroeit in het naoorlogse Rotterdam. De troosteloosheid en hardheid van die periode is terug te vinden in Vaandragers schrijfstijl: een soort Rotterdamse nuchterheid, zonder dat het pathetisch wordt. Studenten kunnen wat opsteken van deze antiheld. Het boek laat namelijk zien wat voor invloed de omgeving op mensen heeft. Een realitycheck, maar ook een stukje Rotterdamse traditie.”