Internationalisering moet normaal worden. Dat wil Ellen Hey, hoogleraar Internationaal Publiek Recht bij de Erasmus School of Law en sinds vorig jaar adviseur internationalisering van het onderwijs voor het College van Bestuur. “Nu hebben we het vaak over ‘buitenlandse’ en ‘Nederlandse’ studenten. Mijn doel is dat je uiteindelijk dat onderscheid niet meer maakt.”

Hey is in principe tot 2018 adviseur internationalisering. De grootste uitdaging van internationalisering is volgens Hey niet de taal. “Iedereen hier spreekt funny English. De native speakers hebben soms nog de meeste moeite om begrepen te worden: die spreken zo snel en vloeiend dat ze moeilijk te volgen zijn.”

Culturele diversiteit is wél iets waar docenten en studenten mee om moeten leren gaan. “Je ziet soms in werkgroepen gebeuren dat studenten om elkaar moeten lachen. Iemand geeft een antwoord en dat komt dan inhoudelijk vreemd over voor de rest van de groep. Maar ik vertel ze dan: zoals het eraan toegaat in deze werkgroep, zo gaat het ook in de onderhandelingskamer bij de VN. En daar kun je dus echt niet om elkaar gaan zitten lachen”, zegt Hey.

Een van de concrete middelen om internationalisering ‘normaal’ te maken, is het lid worden van een internationaal netwerk van universiteiten. “ Dat biedt veel voordelen. Je kunt bijvoorbeeld gezamenlijk optreden bij het indienen van onderwijs of onderzoek gerelateerde aanvragen en best practices uitwisselen. Ook kun je gestructureerd studenten uitwisselen. Nog steeds vinden veel studenten het eng om in het buitenland te gaan studeren. Als dat makkelijker gemaakt wordt, hoop ik dat er nog meer gaan. Je kunt gewoon net iets meer aan als je een aantal goede partners hebt.”

Internationaal netwerk

Het vinden van zo’n netwerk valt nog niet mee. In Nederland zijn onder andere Leiden, Amsterdam en Utrecht onderdeel van het prestigieuze League of European Research Universities (LERU), waar bijvoorbeeld ook Oxford en Cambridge toe behoren. De EUR is simpelweg te jong om daar lid van te kunnen worden, en ook andere netwerken boden uiteindelijk geen uitkomst. “Of we waren niet welkom, of de netwerken sloten niet aan bij onze wensen”, zegt Hey.

Het ei van Columbus: zelf een netwerk beginnen. “Er zijn voldoende universiteiten van hoge kwaliteit met hetzelfde probleem. De vraag is nog wel: wie precies? Dat gaan we nu onderzoeken.” Hey verwacht dat er in 2016 al een eerste samenkomst van potentiele partners zal plaatsvinden.