Vrouwen hebben nog steeds minder kans om hoogleraar te worden en krijgen bovendien minder betaald, blijkt uit cijfers die vandaag zijn gepubliceerd over het aantal vrouwelijke hoogleraren aan de Nederlandse universiteiten in de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren.

In 2014 was in voltijdbanen gerekend bijna 17 procent van alle hoogleraren vrouw, en dat is maar een kleine toename gerekend vanaf de 15 procent in 2012. In dit tempo zal het nog veertig jaar duren voor er in Nederland net zo veel mannen als vrouwen hoogleraar zijn, zo concludeert het onderzoek.

EUR bungelt onderaan

Bij elke carrièrestap maken vrouwen minder kans op promotie, blijkt uit de monitor. Er is nog altijd een glazen plafond, stellen de makers. De Erasmus Universiteit bungelt samen met de universiteiten van Wageningen en Eindhoven onderaan. Op de EUR was in 2014 10 procent van de hoogleraren vrouw, in de cijfers is het Erasmus MC niet meegerekend. Inclusief de medische faculteit komt het percentage op 16 procent, aldus het jaarverslag van de universiteit zelf.

Lager salaris

Verder verdienen vrouwen nog altijd minder dan mannen, meldt de Monitor. Daar is weinig in veranderd sinds de laatste peiling. Een van de meest gehoorde verklaringen daarvoor is dat vrouwen vaker in deeltijd zouden werken, maar onder hoogleraren werken vrouwen bijna even vaak fulltime als mannen (68 procent versus 71 procent). Bij de vrouwelijke universitair hoofddocenten heeft 65 procent een volledige aanstelling, tegen 79 procent van de mannen.

“We weten nog niet goed hoe dat nu precies zit met die salarisverschillen”, zegt Marise Born, hoogleraar Personeelspsychologie (FSW) en voorzitter van het Landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren van het landelijk netwerk. Daar wordt op dit moment onderzoek naar gedaan. “De manier waarop vrouwen onderhandelen kan een factor zijn, het kan ook te maken hebben met leeftijd. Maar ik hoop dat vrouwen die zien dat ze minder betaald krijgen, nu zeggen: wacht eens even, dat is niet eerlijk”, aldus Born.

tabel3.1

‘Doorn in het oog’

Vrijwel alle andere Europese landen doen het beter dan Nederland. “Dat is een doorn in ons oog”, zegt Born. “Je kunt wel zeggen dat het beter gaat, maar we bungelen nog steeds onderaan in Europa.”
Aan vrouwelijk talent ligt het niet. “Elke hoogleraar die met emeritaat gaat, kan in principe door een vrouw vervangen worden”, zegt Born. “Het veelgehoorde argument dat het moeilijk is om vrouwen te vinden, ontzenuwen we in dit rapport.”

grafiek1.1

Quota zijn paardenmiddel

Born is niet enthousiast over verplichte quota om het lage percentage vrouwelijke hoogleraren omhoog te halen. “Ik zou eerder denken: grijp die Nederlandse overlegcultuur aan om er samen uit te komen. Niet alleen voor vrouwen, maar ook voor andere minderheden die ondervertegenwoordigd zijn. Daar hebben we mannen bij nodig, zou ik zeggen. Quota zijn echt een paardenmiddel.”

Born ziet veel meer in het aanpakken van onbewuste mechanismen waar minderheden nadelen van ondervinden. “Ik denk bijvoorbeeld aan het trainen en selecteren van voorzitters van benoemingscommissies, maar ook aan het aanstellen van een chief diversity officer. Dat hebben ze bij de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit goed gedaan.”

‘Wees gehaaider’

Vrouwen mogen zelf ook best wat gehaaider worden, zegt Born. “Soms vinden vrouwen het vervelend dat ze een kans krijgen alleen omdat ze vrouw zijn. Bijvoorbeeld als de voorkeur bij gelijke geschiktheid uitgaat naar een vrouw. Wees daar pragmatisch is, zeg ik dan. Doe dat gewoon.”

Kritieke massa

Want het proces naar meer vrouwelijke hoogleraren werkt als een sneeuwbal. Er is zoiets als een ‘kritieke massa’: wanneer minstens 30 procent van het hooglerarenkorps vrouw is, vindt er ineens een versnelling plaats. Born: “De Universiteit Leiden gaat richting de 30 procent vrouwelijke hoogleraren [23 procent red.]. Ik denk niet dat het toeval is dat juist daar een aantal kritische hoogleraren zich hebben verenigd in Athena’s Angels.”

Het is makkelijker om kritisch te zijn als er meer mensen zijn die begrijpen wat je bedoelt, wil Born maar zeggen “Als je niet meer de enige bent, sta je sterker. Dat geldt niet alleen voor vrouwen, maar voor alle minderheden.”