Het Rotterdamse studententeam zorgde er dankzij een geweldige wederopstanding voor dat de fanatieke aanhang niet voor niets was gekomen: na een 0-2 achterstand in sets wonnen ze de wedstrijd uiteindelijk met 3-2.
Voor aanvang van de wedstrijd zat de sfeer er al goed in. Naast Heren 1 speelden namelijk ook Erasmus Volley Dames 2 en Dames 4 een thuiswedstrijd. Er was dan ook een flink aantal supporters aanwezig. Helaas viel er in de eerste twee sets niet veel te genieten, want de thuisploeg keek al vrij snel tegen een 0-2 achterstand aan.
Knokken
De bezoekers uit Brabant leken een simpele avond tegemoet te zien, maar niets bleek minder waar. Mede door de steun van het thuispubliek wist Erasmus volley zich terug te knokken in de wedstrijd. Een spannende derde set leidde tot een 1-2 tussenstand en thuisploeg kreeg weer hoop. De spelers van ROWI, waarvan de gemiddelde leeftijd een stuk hoger ligt dan die van de spelers van Erasmus Volley, leken vermoeid te raken. De Rotterdammers profiteerden optimaal en kwamen na een sterke vierde set op gelijke hoogte.
In een zenuwslopende vijfde en laatste set was Erasmus Volley in de winning mood. De 0-2 achterstand was weggewerkt en dat gaf de spelers duidelijk vertrouwen in een goed resultaat. ROWI had het zwaar en de emoties liepen op. Mede dankzij het enthousiaste thuispubliek was het uiteindelijk Erasmus Volley dat de laatste set met 17-15 won, en zo een zwaarbevochten overwinning behaalde.
'Even wennen'
Trainer Richard de Kogel was na afloop blij met de overwinning, maar niet met het spel: ‘’We haalden ons niveau niet en speelden niet ons eigen spel. Als we maandag bij elkaar komen, denk ik niet dat we erg trots op onszelf zullen zijn. ’’ De Kogel, die nu al voor het vierde jaar op rij trainer is van de Heren 1, voegde daaraan toe dat zijn spelers nog moeten wennen aan het niveau van de competitie. ‘’Nadat we vorig jaar kampioen werden, spelen we nu een klasse hoger. Vorig jaar wisten we dat we sterker waren dan onze tegenstander, nu is dat niet zo. Dat zorgt voor wat onzekerheid. We moet minder ontzag hebben voor de tegenstander, want als team zijn we heel sterk.’’
