Hoewel er na een herkansing geen plagiaat meer zit in haar proefschrift, wordt een promovenda toch verzocht afstand te doen van haar titel. De universiteit kondigde dinsdag meerdere maatregelen aan naar aanleiding van de plagiaatzaak. Rector magnificus Huib Pols: ‘Het kwaliteitssysteem heeft hier schromelijk gefaald.’
Waarom krijgt de promovenda het verzoek om vrijwillig afstand te doen van haar doctorsgraad?
“De Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk (WHW) onderzoek geeft het College voor Promoties (CvP) het recht om promoties te verlenen, maar diezelfde wet biedt geen mogelijkheid om een promotie in te trekken. Op grond daarvan oordeelt het CvP dat ze niet anders kan doen dan mevrouw vragen vrijwillig afstand te doen van de doctorsgraad. Daarnaast hebben we een aantal maatregelen genomen – het uit de bibliotheek verwijderen van het proefschrift, andere bibliotheken verzoeken hetzelfde te doen, de promotiepremie terugstorten – waaruit blijkt dat we materieel maximaal afstand nemen van het proefschrift.”
Dus dit zijn de maximaal te nemen maatregelen?
“Dit zijn in de ogen van het CvP de maximaal te nemen maatregelen. Het intrekken van een promotie is ook nooit eerder gebeurd. Daarnaast heeft het CvP een scherp oordeel over de begeleiding en de kwaliteitsborging van het promotietraject als zodanig, en spreekt daar haar diepe treurnis over uit. Er is een kleine commissie geweest, er is een grote commissie geweest. In principe is de promovenda door alle academische hoepels gesprongen. Tijdens dat traject had geacteerd moeten worden om wat later is opgetreden te voorkomen.”
Wat betekent het als de promovenda niet vrijwillig afstand neemt van de titel?
“Dan blijft overeind dat het CvP maximaal afstand neemt van het proefschrift. Los daarvan nemen we ook maatregelen die het promotiereglement en de promotor betreffen. De inzet van het CvP was om een heldere lijn te trekken, binnen de bestaande juridische kaders.”
Ook het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) boog zich over de zaak en gaf uiteindelijk twee opties: het alsnog intrekken van de titel, of een betere motivatie voor de maatregelen.
“We hebben gekozen voor de betere verantwoording. In dat rapport van het LOWI wordt gewikt en gewogen, maar uiteindelijk komt daar ook geen duidelijke keuze uit.
“Wat ook heel interessant was aan dat rapport van het LOWI waren de overwegingen die het ons meegaf: heb je wel in voldoende mate de eigen verantwoordelijkheid van de promovenda gewogen, en heb je in voldoende mate verantwoording afgelegd aan de eigen academische gemeenschap. Door mevrouw de mogelijkheid te bieden zelf afstand te doen van het proefschrift doen we een beroep op haar eigen verantwoordelijkheid. De verantwoording naar de academische gemeenschap blijkt uit de vrij strakke sancties richting de promovenda en de promotor.”
Zou het goed zijn als de WHW wordt aangepast zodat het ontnemen van de doctorsgraad wel mogelijk is?
“Daar hebben we lang over nagedacht. Maar als je kijkt naar hoe het proces is verlopen, dan zie je dat als het kwaliteitsmechanisme van het promotietraject goed was verlopen dit niet had mogen gebeuren. Dus het probleem zit hem niet zozeer in de wet, het probleem zit hem vooral in de kwaliteitsborging.”
Een verbeterde interne kwaliteitsborging zou dergelijke gevallen in de toekomst dus moeten voorkomen?
“Dat vind ik ook zo sterk aan dit oordeel. Wij gaan als Erasmus Universiteit eerst bij onszelf te rade. Enerzijds scherpen we het promotiereglement en de borging daarvan aan. Anderzijds worden er extra stappen genomen om buitenpromovendi beter te betrekken in het ERIM-onderzoekstraject binnen de RSM.”
Om zijn woorden kracht bij te zetten citeert Pols uit het rapport van het CvP: ‘Het College voor Promoties is van oordeel dat de begeleiding van de promotor bij de totstandkoming van het proefschrift volstrekt onvoldoende is geweest.’ “Dat zijn heldere uitspraken, niet in twee richtingen uit te leggen. Heldere Hollandse taal, daar hebben we heel erg naar proberen te streven. Uiteindelijk gaat het om de vraag of je in staat bent om de kwaliteitswaarborging te garanderen.”
En die kwaliteitsborging moet beter gegarandeerd worden door een aangescherpt promotiereglement. Zo krijgen alle promovendi bijvoorbeeld een opleidings- en begeleidingsplan en minstens twee begeleiders. De leden van de kleine commissie moeten hun oordeel schriftelijk beargumenteren en die oordelen worden vastgelegd zodat ze controleerbaar zijn. “De inzet is dat we in de toekomst nooit meer met dergelijke zaken te maken hebben”, zegt de rector. Het aanscherpen van het promotiereglement betekent volgens Pols overigens niet dat er structureel iets fout zit. “Veel van de maatregelen zijn in de praktijk al operationeel binnen verschillende onderzoeksscholen. Ze waren alleen nog niet geëxpliciteerd in het promotiereglement.”
Bent u geschrokken van de zaak?
“Ja, natuurlijk. Helaas kan ik zeggen, ook vanuit eerdere ervaringen met dit type dossiers, dat het elke keer weer een schok is. En steeds weer moet je je afvragen hoe alert we moeten zijn. Ik denk dat uit de verschillende zaken (Pols doelt op de affaires rond Don Poldermans en Dirk Smeesters, red.) naar voren is gekomen dat de Erasmus Universiteit nadrukkelijk haar eigen verantwoordelijkheid neemt en dat de processen in volle transparantie naar de buitenwereld zijn gebracht.”
Er zijn de afgelopen jaren meerdere integriteitsaffaires geweest, niet alleen aan de EUR, maar ook aan andere universiteiten. Kun je nog wel spreken van rotte appels, of duiden al die gevallen erop dat het systeem niet waterdicht is?
“Als je rotte appels gaat benoemen en van Stapel langs Poldermans gaat, is er toch in elke casus een ander verhaal. Ik hou er niet van om deze casuïstiek op een hoop te gooien. Wat je wel ziet is dat de alertheid in de academische gemeenschap steeds groter wordt. En daarom willen we hier transparant over zijn en onze eigen verantwoordelijkheid tot uiting brengen.”
De promotor mag op geen enkele manier meer betrokken zijn bij promoties op de EUR en krijgt geen toestemming voor een openbaar afscheid. Waarom wordt tegen hem zo stevig opgetreden?
“Het College voor Promoties is buitengewoon teleurgesteld dat de promotor zich, ondanks het feit dat in de overige proefschriften geen plagiaat is aangetroffen, niet heeft gekweten van een goede begeleiding van de promotie en dat er ook geen aanwijzingen zijn dat er in tweede instantie herstellende bewegingen van zijn kant zijn geweest. Dat wordt dermate betreurd, dat we het gepast vonden om daar een helder en duidelijk signaal af te geven.”
De promovenda kreeg een herkansing. Ze verwijderde het plagiaat, maar heeft het slechts summier herschreven. Begrijpt u dat?
“Als je iemand de gelegenheid geeft om een herstellende beweging te maken en die is onvoldoende, dan betreur je dat vanzelfsprekend.”
Was de opdracht wel duidelijk genoeg?
“Als je tegen iemand in de academische wereld zegt dat je moet herschrijven, dan hoef ik daar geen bijsluiter bij te leveren. Zeker niet als iemand reeds de titel van doctor draagt.”
De commissie die de nieuwe versie van het proefschrift onderzocht, velde ook een oordeel over de kwaliteit. Daar plaatste de commissie grote vraagtekens bij. Wat vind u daarvan?
“De opdracht aan de commissie was om een oordeel te vellen over het plagiaat en het herschrijven van de geplagieerde delen. Het staat de commissie vrij om een uitgebreider oordeel te geven, maar dat heeft niet meegespeeld in de maatregelen.”
Speelt het feit dat ze een buitenpromovenda was een rol?
“Wat mij betreft is er bij het verlenen van de promotie geen verschil tussen promovendi. Er moet gewoon worden voldaan aan de academische normen. En ik herhaal: het kwaliteitssysteem heeft hier schromelijk gefaald.”