Het Erasmus MC doet niet mee aan het experiment met beurspromovendi. De faculteit is bang dat het experiment leidt tot een devaluatie van het promotietraject.
De manier waarop promovendi nu verbonden zijn aan universiteiten, draagt bij aan een hoge kwaliteit van het promotietraject, zegt Maud Vissers, beleidsmedewerker bij het Erasmus MC. Een van de voordelen is dat promovendi in dienst van de universiteit ook andere werkzaamheden uitvoeren. De promovendi die met een beurs zouden worden aangetrokken mogen dat niet.
Dat is ook voor de promovendi zelf onvoordelig: “Het huidige systeem geeft ze de kans om naast het onderzoek dat ze doen ook andere activiteiten uit te voeren, zoals het geven van onderwijs. Die diversiteit aan werkzaamheden en de mogelijkheid om er ervaring in op te doen vergroot de kans op de arbeidsmarkt na het promotietraject.” Het standpunt van het Erasmus MC wordt gedeeld door meerdere UMC’s.
Dit voorjaar zette minister Bussemaker de deur op een kier om promovendi niet als werknemer, maar als student te behandelen. Universiteiten kunnen deelnemen aan een experiment dat in totaal ruimte biedt om tweeduizend mensen te laten promoveren met een beurs, in plaats van als werknemer van een universiteit. Zo zouden meer mensen kunnen promoveren, voor minder geld. Sommige universiteiten willen al langer met beurspromovendi werken, maar dat traject stuit op veel weerstand bij vakbonden en promovendi zelf. Ook de Raad van State adviseerde in 2013 al eens negatief over het voornemen van het ministerie om met promotiestudenten te gaan werken.
Beurspromovendi hebben een ander takenpakket, worden minder betrokken bij de universiteit en worden slechter voorbereid op de arbeidsmarkt, vinden de tegenstanders. Daarnaast krijgen ze te maken met slechtere arbeidsvoorwaarden. TF