Onder universiteiten is steeds minder enthousiasme om tot een nieuwe ronde prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs te komen. Dat zei Collegevoorzitter Pauline van der Meer Mohr dinsdagmiddag in de Universiteitsraad.

Van der Meer Mohr deed haar uitspraken tijdens een discussie met de medezeggenschap naar aanleiding van de bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam. De studenten en wetenschappers bezetten het bestuursgebouw van de Universiteit van Amsterdam omdat ze vinden dat de medezeggenschap buitenspel is gezet bij het besluit over bezuinigingen en het volgens hen doorgeslagen rendementsdenken in (de financiering van) het hoger onderwijs. Ook in Rotterdam zijn woensdag protestacties in navolging op de ontwikkelingen in Amsterdam

Gedeelde zorgen

Van der Meer Mohr heeft naar aanleiding van de bezetting veel contact met universiteitsvoorzitters die binnen de Vereniging van Universiteiten (VSNU) handelen. Volgens de collegevoorzitter delen veel voorzitters de zorgen van de bezetters als het gaat over het rendementsdenken. Het is echter lastig om dat denken zomaar te doorbreken, ‘want we hebben te maken met een mondiaal wetenschapsbureau’, zei Van der Meer Mohr.

Momentum

Wel is de bezetting ‘een momentum’ om het financieringsstelsel van universiteiten ter sprake te stellen in Den Haag en waar nodig te veranderen. Die bekostiging verloopt nu voor een deel via de prestatiecontracten met het ministerie die tot het eind van dit jaar lopen. Universiteiten gaan daarom binnenkort weer in gesprek met minister Bussemaker over nieuwe afspraken. “Je merkt wel dat universiteiten veel meer bereid zijn om na te denken over een ander bekostigingsvoorstel en veel minder enthousiast zijn voor nog een ronde prestatiecontracten. De animo voor een nieuwe ronde prestatiecontracten is nu heel gering”, aldus de collegevoorzitter. EvR