Naast ons koude kikkerlandje bestaat het Nederlandse Koninkrijk uit zes eilanden in de Caribische Zee. Op uitnodiging van de Juridische Faculteitsvereniging Rotterdam (JFR) gaf Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, woensdagmiddag een gastcollege over de overzeese gebieden.
De flink gevulde collegezaal in het C-gebouw (Theil-gebouw) zat al lang en breed klaar, maar door drukte op de weg liet Ronald Plasterk nog even op zich wachten. Eenmaal binnen excuseerde hij zich direct. “Ik zat net in een overleg over de slechte mobiliteit in de Randstad, en dat heb ik onderweg direct aan den lijve ondervonden”, sprak de goedgemutste Plasterk het voornamelijk uit rechtenstudenten bestaande publiek toe.
Overzeese gebieden
Ondanks de file was het voor Plasterk een relatief kort ritje, helemaal als je bedenkt dat het Koninkrijk der Nederlanden zich uitstrekt tot vlak boven Zuid-Amerika, waar ‘onze’ bijzondere gemeenten Saba, Sint Eustatius, Bonaire en de landen Aruba, Curacao en Sint Maarten liggen. De juridische relatie tussen Nederland en haar overzeese gebieden – tot 1922 officieel koloniën geheten – werd belicht door Plasterk, die speciaal voor de gelegenheid zijn kenmerkende hoed had afgedaan. “Gerechtelijk gezien zijn de Nederlandse koninkrijksrelaties erg actueel, daar is het recht voortdurend in de praktijk mee bezig. Voor jullie als aankomend juristen dus bijzonder interessant”, lichtte hij het onderwerp van zijn lezing toe.
Historische statuten
Omdat vier jaar geleden werd besloten dat de Eilandsraden van Caribisch Nederland (Saba, Sint Eustatius en Bonaire) ook recht hebben om mee te stemmen bij de Eerste Kamerverkiezingen, werd de Grondwet gewijzigd. Daarom werden bij de lezing twee historische statuten, de Grondwet en het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden – die Plasterk bijna pardoes op de grond liet vallen – tentoongesteld. Ook gaf de minister (zelf doctor in de natuurwetenschappen), een onderhoudend maar ingewikkeld minicollege over de overzeese gebieden, waarbij hij zelfs zijn topografische tekenkunsten etaleerde (zie foto).
Tegen het einde van het college volgde de onvermijdelijke vraag over het nut van de band met de eilanden, die Nederland op het oog weinig voordelen oplevert. Plasterk snapte de bestaande twijfels, maar sprak zelf van een ‘historische plicht’. “Wij hebben de verantwoordelijkheid om zaken als kinderrechten en armoedebestrijding te verbeteren. Daarom ben ik persoonlijk voor het behoud van de koninkrijksrelatie.” MvS