De universiteiten van Europa maken zich zorgen over internationale handelsverdragen tussen Europa, Canada en de Verenigde Staten. Die zouden een bedreiging zijn voor het hoger onderwijs.
Er wordt op dit moment onderhandeld over twee internationale verdragen die de vrije handel in diensten moeten aanzwengelen: TTIP en TiSA. De universiteiten vrezen dat het hoger onderwijs ook tot die diensten gaat behoren en aan de tucht van de markt wordt onderworpen.
Dat blijkt uit een verklaring die de Europese universiteitenvereniging EUA heeft verspreid. Ook de Nederlandse universiteiten hebben de verklaring getekend.
Ongeoorloofde staatssteun
Mocht de internationale vrijhandel in diensten er komen, verandert publieke financiering dan in ongeoorloofde staatssteun? Met andere woorden, kunnen commerciële buitenlandse aanbieders straks aanspraak maken op dezelfde financiering als de publieke universiteiten?
Zo’n vaart zal het niet lopen, menen de onderhandelaars, want landen kunnen zelf bepalen wat publiek en privaat is. Ze kunnen gewoon hun eigen regels hanteren voor publiek hoger onderwijs.
De universiteiten willen die uitzondering dan wel duidelijk in de tekst van het vedrag zien. Want ze vrezen dat het verdrag niet duidelijk genoeg zal zijn. Hoger onderwijs past nu niet goed in de definitie van ‘publieke diensten’.
Vage grens
De grens tussen privaat en publiek is inderdaad vaag. Publieke universiteiten – niet alleen in Nederland – doen veel onderzoek in opdracht en verzorgen soms ook cursussen waar de overheid niets aan bijdraagt. Bovendien zijn er bijna overal al private aanbieders, zoals de LOI en NCOI. HOP