Drie sportverenigingen kunnen binnenkort waarschijnlijk rekenen op meer bestuursmaanden dan alle andere sportverenigingen samen. Als de universiteitsraad akkoord gaat met een voorstel van het College van Bestuur, dan krijgen roeivereniging Skadi, rugbyclub RSRC en voetbalvereniging Antibarbari ieder zo’n vijf keer zoveel bestuursbeurs.
‘Niet haalbaar’
Tot nu toe stelt de universiteit bestuursbeurzen beschikbaar aan Erasmus Sport op basis van het aantal verkochte sportkaarten. Erasmus Sport verdeelt die beurzen vervolgens onder de verenigigngen. Maar die beuzen zijn in de praktijk veel kleiner dan in de regeling voor gezelligheidsverenigingen, die hebben bij 100 leden al recht op 36 maanden. De roeiers van Skadi hebben bij het CvB aangegeven dat het ‘niet haalbaar is’ om met de rekenmethode voor sportclubs de vereniging draaiende te houden. Dat komt vooral omdat de vereniging een eigen clubhuis moet runnen. Hetzelfde geldt voor Antibarbari en RSRC.
Het College stelt nu voor om sportverenigingen met een eigen clubhuis een bestuursbeurs te geven volgens de regeling voor gezelligheidsverenigingen. Daardoor zal het aantal bestuursmaanden voor Skadi (573 leden) stijgen van 12 naar 77, voor RSRC van 7 naar 36 en voor Antibarbari van 12 naar 63. Samen zijn ze daarmee goed voor 176 maanden, meer dan de 132 maanden die de verenigingen zonder clubhuis onderling moeten verdelen. De universiteitsraad vergadert op 3 februari over het onderwerp.