In 2017 wordt de loting afgeschaft voor opleidingen met een numerus fixus. Die moeten dan al hun studenten zelf selecteren, waarbij niet alleen de eindexamencijfers mogen meetellen. Maar of dat beter werkt dan loting is nog altijd onzeker.
Selectie aan de poort ligt gevoelig in het onderwijs. Hoe kies je studenten uit, hoe zorg je dat talentvolle laatbloeiers niet achter het net vissen, hoe weet je eigenlijk of selectie werkt? Kun je toch niet beter loten, zoals voorheen? Leden van de Tweede Kamer stelden er een lange reeks vragen over.
Geen hard bewijs
Hard bewijs voor de effectiviteit van decentrale selectie ligt niet voor het oprapen, blijkt uit de antwoorden die minister Bussemaker vandaag naar de Kamer stuurde. “Dat kan zijn omdat de selectiecriteria nog nooit eerder zijn toegepast en er dus nog geen bewijs bestaat. Het is ook mogelijk dat het bewijs dat van een andere opleiding komt niet zonder meer ook geldt voor de eigen opleiding.”
De kans dat er snel nieuw wetenschappelijk bewijs komt is gering, denkt ze, want het onderwijs is geen laboratorium. “Er zijn immers geen controlegroepen, waarbij het enige verschil tussen de groepen is dat de ene groep geselecteerd is en de andere groep niet.” Zolang er nog deels wordt geloot voor opleidingen als geneeskunde, is zulk vergelijkend onderzoek wel mogelijk, aldus de minister. Maar de resultaten daarvan zijn nog niet bekend.
Aanvullende selectie kan positief effect hebben
Ze verwijst naar twee studies waarin zou zijn aangetoond dat bepaalde vormen van aanvullende selectie een positief effect hebben op het studiesucces: onderzoek naar proefstuderen aan de UvA-opleiding psychologie (wie het beter deed, presteerde ook in de opleiding beter) en onderzoek naar een combinatie van cognitieve vaardigheden en opvallende buitenschoolse activiteiten bij de Rotterdamse geneeskundeopleiding. Maar erg overtuigend is het allemaal niet, lijkt ook Bussemaker te beseffen. Ze kan zich voorstellen dat opleidingen eindexamencijfers voorlopig zwaarder laten wegen dan het wettelijk vereiste tweede selectiecriterium dat ze straks moeten hanteren.
Toch overwegen wat haar betreft de voordelen: als de centrale loting is afgeschaft hebben leerlingen hun toelating meer in eigen hand – op voorwaarde dat de opleidingen helder zijn over hun toelatingscriteria – en opleidingen kunnen zich meer van elkaar onderscheiden doordat ze de studenten kunnen uitkiezen die het best bij hun profiel passen. HOP