Rector Magnificus Huib Pols kreeg de klacht over mogelijk plagiaat eind vorig jaar op zijn bord. ‘Elke casus is er één te veel, maar ik wil volledige transparantie betrachten.’

Hoe kan zo’n slordig proefschrift de eindstreep hebben gehaald?

“De promovenda heeft een plagiaatscan gedaan vooraf en daar bleek niet uit dat er iets mis was, dus dat is geen sluitend systeem. Verder is het proefschrift goedgekeurd door de kleine en de grote commissie, dus de promovenda is door alle hoepels heen gesprongen. Dat dit toch kan gebeuren, is voor ons ook een wake up call; elke casus is er één te veel en toont de kwetsbaarheid van het systeem.”

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) adviseert om de doctorstitel van de promovenda te herroepen. Het College van Bestuur komt met een milder oordeel: een berisping en het in orde maken van het proefschrift voor 1 oktober. Kunt u dat toelichten?

“Wat ons betreft is er sprake van verzachtende omstandigheden. Het begeleiden van een promovendus zorgt voor een mate van afhankelijkheid en dat betekent dat wij als universiteit onze begeleiding serieus moeten nemen, dat is niet adequaat gebeurd. Tegelijk is er volgens ons geen sprake van heimelijke toe-eigening door de promovenda van teksten van een ander als zijnde die van haarzelf; de werkwijze was wel onvoldoende en uitermate slordig.

“En, don’t forget, we vragen haar niet het proefschrift een beetje te herstellen en dan komt het goed; de  verbeteringen in het proefschrift worden beoordeeld door een commissie onder leiding van de decaan van RSM en twee onafhankelijke leden van buiten de universiteit. Vervolgens gaat het proefschrift opnieuw naar het College van Promoties (van elke faculteit een hoogleraar onder voorzitterschap van de rector, red.). Maar als u mij vraagt: ‘kan zij haar doctorstitel alsnog kwijtraken’ dan ga ik daar niets over zeggen. Ik heb geen opdracht meegeven aan de commissie om een bepaald oordeel te vellen of een bepaalde methode te gebruiken, dus ik speculeer niet op de uitkomst.”

Wat betekent het dat alle tien proefschriften die door dezelfde promotor zijn begeleid worden onderzocht op plagiaat?

“Daarmee willen we de zweem van twijfel dat er structureel iets mis zou zijn met de proefschriften van deze promotor tegengaan. De proefschriften worden door onafhankelijke experts uit het vakgebied bekeken, ik kan nog niet zeggen wie dat zijn. Ik heb zelf geen finaal oordeel over de promotor tot dat onderzoek, is afgerond. Op vragen wie de grootste blaam treft in deze kwestie, geef ik dan ook geen antwoord.”

De CWI is hard in haar oordeel over de samenstelling van de kleine commissie die het proefschrift als eerste heeft beoordeeld. Deze zou ‘onvoldoende onafhankelijk’ zijn onder andere omdat een van de leden behoorde tot de kennissenkring van de promovenda. Zijn hier fouten gemaakt?

“Dit lid, een KNO-arts van een gerespecteerde universiteit, was gevraagd als deskundige op het gebied van leidinggeven aan een professionele organisatie – onderwerp van het onderzoek. Formeel zijn er geen fouten gemaakt, maar ik geef toe dat de samenstelling van de commissie geen schoonheidsprijs verdient. Dit is één van de onderwerpen waar wij als College van Promoties over zullen discussiëren.”

Welke rol speelt het feit dat het hier een buitenpromovenda betreft, dus iemand die geen verplicht begeleidingsprogramma hoeft te volgen zoals aio’s die in dienst zijn van de universiteit?

“De beoordeling van buitenpromovendi is niet anders dan van gewone promovendi. De begeleiding verschilt niet, maar wel de situatie waarin zij zich bevinden. Promovendi in dienst van de EUR hebben contact met collega’s en geven onderwijs. Bij buitenpromovendi is dat meestal niet het geval.”

Vorig jaar zijn er 340 promoties geweest aan de EUR, een aantal dat ieder jaar weer stijgt. Per proefschrift ontvangt de universiteit ruim 90 duizend euro. Werkt zo’n incentive de kans dat er een proefschrift als deze er makkelijker tussendoor glipt niet in de hand?

“Dan kom je bij de discussie die momenteel ook wordt gevoerd door Science in Transition. Wij als EUR sturen op kwaliteit van onderzoek en promoties, en in mijn rectoraat wil ik niet de kwantiteit maar de kwaliteit maximaliseren.”

Hoe waren de reacties van de promovenda en de promotor toen u hen sprak hierover?

“Ik ga niet citeren uit de gesprekken met hen, maar het is voor de promovenda een persoonlijk drama dat dit gebeurt met haar levenswerk.” WG/TL