Er is plagiaat gepleegd in een proefschrift dat afgelopen herfst is verdedigd aan de Erasmus Universiteit. De promovenda is berispt en moet voor 1 oktober haar proefschrift herzien om haar doctorstitel te behouden. Tevens stelt de universiteit een onderzoek in naar alle proefschriften die door haar promotor zijn begeleid.
De Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de EUR, onder leiding van emeritus hoogleraar Hans de Doelder, adviseerde om de doctorstitel van de promovenda te herroepen. Het College van bestuur besloot dit niet te doen, omdat het plagiaat haar maar ten dele te verwijten is omdat de begeleiding onvoldoende was, en er geen sprake was van kwade opzet maar van slordigheid in de bronvermeldingen.
Verwijtbaar inadequaat
Het gaat om het proefschrift ‘Het triple A model voor leiderschap – analyse van wording en verwording van de persoon van de leider’ van een buitenpromovenda van de Rotterdam School of Management en promotor was Teun Hardjono, hoogleraar Quality Management and Certification. De begeleiding was ‘onvoldoende en verwijtbaar inadequaat’ aldus de onderzoekscommissie. Deskundigen van buiten de EUR doen de komende maanden onderzoek naar proefschriften die Hardjono eerder begeleidde.
Persvoorlichting heeft de promotor geadviseerd niet te reageren voordat het vervolgonderzoek naar de overige proefschriften afgerond is. Dat zou binnen drie maanden door een nog niet bekende, externe partij moeten gebeuren.
Plagiaatcheck
De promovenda is van mening dat zij eerlijk onderzoek heeft gedaan en liet aan de commissie weten niet bewust gedachtegoed van anderen gestolen te hebben. Bovendien heeft zij voordat zij haar proefschrift ingeleverd heeft een plagiaatcheck uitgevoerd met het programma Turnitin. Daaruit bleek niet dat er plagiaat gepleegd was. Een dergelijke controle is, anders dan bij scripties en schrijfopdrachten van studenten (nog) geen standaardprocedure bij proefschriften.
De promovenda heeft overigens niet deelgenomen aan het Promoveren in Deeltijd (PiD) programma van de faculteit.
Klacht
Aanleiding voor het onderzoek was een klacht van socioloog Floor Basten uit Nijmegen afgelopen november. Ze kreeg het proefschrift opgestuurd en kwam vervolgens op diverse plaatsen plagiaat tegen. Op haar website schrijft ze ‘Hoe had dit ‘proefschrift’ de commissie kunnen passeren? Het was van een zotheid waar geen lof op bezongen kon worden.’
Basten is het niet eens met het besluit van het College van Bestuur om de promovenda een herkansing te geven en de doctorstitel niet (direct) in te nemen. Ze vindt het een ‘rare gang van zaken’ dat het College van Bestuur een andere overweging maakt dan de onderzoekscommissie.
Buitenpromovendi
Basten is van mening dat de promovenda een eigen verantwoordelijkheid had om op deugdelijke wijze teksten van anderen te citeren in haar proefschrift. De begeleiding vanuit de universiteit noemt ze ‘dom’ en ‘arrogant’. Ze vindt het kwalijk dat de betrokken dachten ze met deze kwaliteit weg te kunnen komen.
Zelf is zijn ook als buitenpromovenda gepromoveerd, aan een andere universiteit, en heeft vorig jaar een boek over buitenpromoveren geschreven. Zij is niet sceptisch over de kwaliteit van buitenpromovendi en de kwaliteit van hun begeleiding in het algemeen. TL/WG