Geen stufi, geen studie?
Vorige week presenteerden VVD, PvdA, D66 en GroenLinks hun akkoord over het leenstelsel. Vanaf 1 september 2015 verdwijnt de studiefinanciering, waardoor veel studenten moeten gaan lenen om rond te komen. Hoe denken studenten aan de EUR over de aanstaande komst van het leenstelsel?
Tom Teeling (19), eerstejaars Bedrijfskunde
“Uiteraard heb ik ook gehoord over de komst van het leenstelsel. Toen ik in september begon wist ik natuurlijk nog niet dat het er zou komen, maar ik zou sowieso wel zijn gaan studeren. Nu leen ik al maximaal, dus ik heb een flinke schuld aan het einde, ik gok zo’n 30.000 euro. Dat is niet fijn natuurlijk, maar ik verwacht niet dat het een groot probleem zal worden om die schuld af te betalen.
Hiervoor heb ik al een jaar HBO gedaan, dus tijdens m’n master zou ik sowieso geen studiefinanciering krijgen. Als ik nu geen stufi zou krijgen, had ik waarschijnlijk van m’n ouders geleend of een baantje gezocht, wat ik nu nog niet heb gedaan.
Al met al vind ik het leenstelsel niet eens zo’n heel slecht idee. Tegenwoordig gaat bijna iedereen studeren, wat de kwaliteit niet per se ten goede komt. Met zo’n leenstelsel krijg je in elk geval wel meer gemotiveerde studenten. Aan de andere kant is dit nieuwe systeem niet zo toegankelijk voor talentvolle mensen die het niet zo breed hebben, wat natuurlijk niet goed is. Het leenstelsel heeft dus voor- en nadelen.”

Floris Hondmann (19), eerstejaars International Bachelor Communication and Media (IBCoM)
“Het is jammer voor beginnende studenten dat ze vanaf 2015 geen studiefinanciering meer krijgen, maar het geld dat zij minder krijgen wordt in de kwaliteit van het onderwijs gestoken. Uiteindelijk is het dus een klein offer voor individuele studenten, wat uiteindelijk het land ten goede komt: heel logisch dus. Omdat ik zelf uit Amerika kom, maak ik graag de vergelijking met de manier waarop de studiekosten in de Verenigde Staten geregeld zijn. Daar betaal je minimaal 30.000 per jaar, en dat wordt al gauw meer. Wat dat betreft heb ik in Nederland dus geen reden tot klagen over de kosten van mijn studie.
Zelf leen ik niet, ik heb een uitwonende beurs en mijn ouders kunnen gelukkig veel voor me betalen. Als het leenstelsel nu al voor mij zou gelden, had ik waarschijnlijk een bijbaan genomen. Dat gaat dan natuurlijk ten koste van bepaalde andere dingen. Zo had ik dan waarschijnlijk geen lid kunnen zijn van Skadi, waar ik nu regelmatig ben.
Ondanks een vrij grote studieschuld die je met het leenstelsel opbouwt, vind ik dat je dat voor een universitaire studie over moet hebben. 30.000 euro is best veel, maar de kans is groot dat je later – vanwege de goede baan die de studie je oplevert – genoeg zult verdienen om deze schuld vrij eenvoudig af te kunnen betalen. Je kunt je in mijn ogen beter vol richten op je studie en daarbij iets meer lenen, dan een bijbaan nemen waardoor je tijd tekort komt om te studeren.”

Kasja Oostindie (20) en Belinda Vos (18), allebei eerstejaars Bedrijfskunde
Kasja: “Ik vind het leenstelsel geen slecht idee, want nu gaan mensen misschien wat beter nadenken over hun studiekeuze in plaats van constant te switchen, wat veel geld en tijd kost. Mijn studiefinanciering heb ik nu hard nodig, en dat terwijl ik al maximaal leen. Als mijn stufi beëindigd zou worden, zou ik waarschijnlijk meer gaan werken, maar sowieso niet stoppen met studeren. Ik werk pas sinds kort naast mijn studie, omdat ik in de eerste maanden de volle focus op mijn studie wilde hebben. Vooral in het begin kan veel werken ten koste gaan van je prestaties, dus dan is het verdwijnen van je stufi niet fijn. Als je een studie doet met een zwakke positie op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld kunstgeschiedenis, kan het terugbetalen later wel een probleem worden.”
Belinda: “Bij mij is het prettig dat ik in noodgevallen altijd kan terugvallen op mijn vader, die me kan ondersteunen als ik krap bij kas kom te zitten. Voor mensen uit armere gezinnen kan zo’n leenstelsel wel voor lastige situaties zorgen. Door het leenstelsel gaan de minder welgestelde mensen misschien eerder naar bijvoorbeeld België, waar het studeren veel goedkoper is. Daardoor gaat veel kennis verloren voor Nederland, en dat lijkt me niet de bedoeling als je streeft naar een hoogwaardige kenniseconomie.”
