Hoe duurzaam zijn we hier nou eigenlijk?

Volgens student Vatan Hüzeir, die een open brief aan het College van Bestuur schreef, moet de Erasmus Universiteit de banden met de fossiele-energie-industrie (onder meer Shell en pensioenfonds ABP) herzien. Dat is volgens hem hard nodig, zeker omdat de EUR zegt veel belang te hechten aan duurzaamheid. Tot nu toe spraken al ruim 40 medewerkers hun steun voor het initiatief uit. Hoe staan studenten tegenover het voorstel, en wat doen ze zelf aan duurzaamheid?

Lotte Straathof (22), vijfdejaars Econometrie

“De universiteit hoort een voorbeeldfunctie voor de maatschappij te vervullen en dus rekening te houden met het milieu, maar ik begrijp ook wel dat ze ook moeten kijken naar de kosten en baten van duurzaamheid. Waarschijnlijk zijn samenwerkingen met Shell en het ABP voordelig, en is in zee gaan met duurzamere bedrijven is dat op de korte termijn nog niet. Misschien zouden ze om te beginnen de hele campus vol kunnen gooien met zonnepanelen, zoals dat nu op het C-gebouw al het geval is, maar dat zal ongetwijfeld ook behoorlijk prijzig zijn. In dat opzicht is investeren in een grote parkeergarage voor auto’s misschien ook niet zo handig. Toch heb ik wel het idee dat de EUR op termijn duurzaam gaat worden, ondanks dat een plotselinge en complete omslag waarschijnlijk niet realistisch is.

Hoewel er bij mezelf nog genoeg te verbeteren valt wat betreft duurzaamheid – zo sta ik regelmatig behoorlijk lang onder de douche – denk ik dat iedereen, en niet alleen de grote bedrijven, rekening moet houden met het milieu. Uiteindelijk komt het voor de universiteit neer op een keuze tussen principiële en economische belangen, wat natuurlijk een lastige keuze kan zijn.”

 

Fred Zandvliet (19), eerstejaars Economie en Bedrijfseconomie

“Ik snap de tegenstrijdigheid van duurzaamheid en fossiele brandstoffen wel, maar ik denk ook dat de EUR juist door de samenwerking met bedrijven als Shell kan onderzoeken hoe het in de toekomst duurzamer kan. Direct alle banden opschorten lijkt me niet goed, want in de toekomst kunnen zowel de wetenschap als die ‘milieuonvriendelijke’ bedrijven van dat onderzoek profiteren. Inhoudelijk weet ik niet zoveel over fossiele brandstoffen, maar er zijn natuurlijk wel allerlei milieuvriendelijke maatregelen die op de campus genomen kunnen worden. Zo zou meer gebruik gemaakt kunnen worden van groene stroom of zonne-energie. Het feit dat parkeren op de campus zoveel kost, helpt ook wel mee aan duurzamer reisgedrag. Als je hier werkt en elke dag in de parkeergarage parkeert, betaal je toch een aanzienlijk bedrag. Dat ontmoedigt het autogebruik onder personeel en leidt er dus ook toe dat meer mensen het openbaar vervoer of de fiets pakken.

Zelf hebben we thuis zonnepanelen, en ook op andere manieren proberen we aan het milieu te denken. Bijvoorbeeld door het afval te scheiden, het licht niet onnodig aan laten staan en zo min mogelijk water te verspillen. Maar die laatste twee dingen doen we eerlijk gezegd vooral om de kosten te beperken. Om nog even terug te komen op de EUR en fossiele brandstoffen: ik zou de investeringen in fossiele-energiebedrijven pas definitief stoppen als de negatieve effecten ervan helemaal bewezen zijn, maar als er nog een groot gebied vol vraagtekens is zou ik nog even wachten. Uiteindelijk weet ik te weinig over de aarde en het klimaat om echt iets zinnigs over die effecten te kunnen zeggen.”

Eline Korndewal (22), vijfdejaars Econometrie

“Waarschijnlijk kun je niet alles over de hele linie veranderen, maar je kunt inderdaad je vraagtekens zetten bij dat soort bedrijven. Als je duurzaamheid zo hoog in het vaandel hebt staan – waarvan ik overigens geen idee had – is het misschien wel een beetje hypocriet om in zee te gaan met bedrijven die bijdragen aan het broeikaseffect. De universiteit zal vast wel een aantal speerpunten hebben op het gebied van milieuvriendelijkheid, maar blijkbaar liggen die niet direct bij de samenwerking met fossiele-energiebedrijven. In elk geval zou de EUR met andere zaken, zoals het scheiden van afval en het aan banden leggen van de enorme hoeveelheid papieren flyers op de campus, makkelijker bepaalde maatregelen kunnen nemen. Het zijn natuurlijk kleinigheden, maar het is een begin van een milieuvriendelijkere universiteit.

Natuurlijk probeer ik zelf ook duurzaam te handelen, al blijft het dan ook bij kleine dingen zoals afvalscheiding. Daarnaast koop ik nooit plastic tasjes bij de supermarkt, maar een minpunt is dat ik dan wel weer regelmatig de afwas doe terwijl de kraan loopt.” MvS