Designed to make music

Charlotte Caspers (20) noemt zichzelf bij voorkeur independent artist. De IBCoM-studente is dan ook vast van zins om later haar brood te verdienen met het maken van muziek.

tekst Gert van der Ende fotografie Michel de GrootDat ze nu derdejaarsstudent IBCoM is, komt vooral door haar ouders. Want die wilden dat hun dochter eerst een goede opleiding zou volgen. En eigenlijk is het ook niet zo slecht, zo’n studie, vindt Caspers. “Het verruimt mijn blikveld, je krijgt er een netwerk door, en de opleiding wordt in het Engels gegeven. Handig, want ik wil een internationaal artiest worden.”

Nog even een stage doen en een afstudeerscriptie schrijven, en dan wil Caspers minimaal een jaar werken om het in de muziek te gaan maken. Liefst zou ze een opleiding in de aanbiddingsmuziek gaan doen in Australië. Caspers: “I am designed to make music! Muziek is mijn passie, ik doe het enerzijds voor mezelf, anderzijds voor God.”

Al sinds haar negende maakt ze deel uit van de Continental Kids, een christelijk kinderkoor dat zo’n tien concerten per jaar geeft. Daar leerde ze de basics van het performen: zingen, omgaan met een microfoon, op het podium staan. Ze zong in die tijd zelfs een solo in De Doelen, amper tien jaar oud.

Een poliep op de stembanden gooide echter roet in het eten en leek een voortijdig einde te maken aan haar zangcarrière. Caspers ging op een geven moment maar gitaarles nemen, omdat het euvel jarenlang niet te verhelpen leek en haar werd verteld dat ze een professionele zangtoekomst wel kon vergeten. Maar de drang tot zingen was te groot – ‘bovendien heb ik een vechtersmentaliteit’ – en dus nam ze uiteindelijk toch weer zangles. Jaren van hard werken en het aanleren van andere technieken volgden, en met succes. Caspers brengt eigen nummers, maar ook hier en daar een coversong. Ze zingt op borrels, bij bijeenkomsten van haar studievereniging Histartes, op open mic nights, de gezelligheidsvereniging NSR, en bij de uitreiking van de IBCoM-awards. Maar ook trad ze op tijdens het Flavor Festival, een groot meerdaags christelijk spektakel in de Flevopolder, waar zo’n 40.000 man op afkomen, een christelijke Lowlands, zeg maar.

Niet alles wat ze zingt is religieus getint, vertelt ze. “Ik ben nog op zoek naar mijn identiteit.” Desalniettemin vormt White Gospel vooralsnog wel de hoofdmoot van haar repertoire, aangevuld met van alles en nog wat dat ze op haar hart heeft. “Kortom, over het leven, en dus ook over God, want ik probeer in mijn liedjes zo dicht mogelijk bij mijn eigen verhaal te blijven.”