De EUR heeft een nieuw strategisch plan. Het is weliswaar nog een concept, maar het geeft in grote lijnen weer wat de speerpunten zullen zijn en waar de universiteit in 2018 moet staan.
EM dook in de vage ambtelijke taal en pikte er een aantal opvallende voornemens uit waar u wellicht iets van gaat merken. Internationaliseren, dat is het terugkerende thema. Zo moet de hele universiteit in 2018 tweetalig zijn en moeten zowel de bachelors als de masters internationaler.
Het onderwijs zal na Nominaal = Normaal geen grote veranderingen tegemoetzien. Wel moet het masteraanbod uitgebreider en internationaler. Meer masters, meer internationale masters en meer masterstudenten, de EUR zal in 2018 voor 60 procent een masteruniversiteit zijn.
Ook de bacheloropleidingen moeten internationaliseren. Als het aan het College van Bestuur ligt, zal iedere studie binnen vijf jaar een Engelstalige richting hebben of Engels als voertaal in het derde jaar hebben ingevoerd. Van de Nederlandse studenten wordt verwacht dat 15 procent een periode in het buitenland doorbrengt en het aandeel buitenlandse studenten dat aan de EUR studeert zal van 12 tot 15 procent moeten groeien.
Volgend jaar komen er plannen voor een herstructurering van de minor. Het College van Bestuur zou graag zien dat deze 30 studiepunten omvat, maar dat komt vooralsnog niet universiteitsbreed van de grond.
Student is carrièregericht
De universiteit wil zich nog meer profileren als ‘full career university’, vooral om studenten aan te trekken. De EUR-student is carrièregericht en met een betere aansluiting op de arbeidsmarkt zal de universiteit meer in trek raken, zo luidt de redenering. Career services moeten voor die aansluiting gaan zorgen.
Levensvatbare bachelors
Enkele wenkbrauwen zullen worden opgetrokken bij een terloopse opmerking over het aanbod van bachelors. In het plan is te lezen dat het College van Bestuur en de faculteiten gezamenlijk levensvatbaarheidsnormen voor opleidingen zullen opstellen en er de komende jaren sprake zal zijn van ‘consolidatie’.
Geld uit Brussel
Wat betreft wetenschap is het document helder: minder afhankelijkheid van de eerste geldstroom. De focus komt meer te liggen op geld van onderzoeksfinancierders, Brussel en projectgebonden financiering. De universiteit wil wetenschappers beter ondersteunen bij subsidieaanvragen en meer aandacht besteden aan maatschappelijke relevantie. Voor dat laatste is inmiddels een Erasmus Valorization Center opgericht. Ook moeten wetenschappers werken aan hun citatie-impact. 15 procent van de publicaties moet in 2018 bij de 10 procent meest geciteerde in het vakgebied horen.
Het document moet nog langs de nodige gremia. Momenteel ligt het strategisch plan voor bij de Universiteitsraad, daarna zal het nog rondgaan bij de faculteiten. TF