Aguila Real

je zit daar als van steen wacht

op een naam die aan zou moeten komen

waaien de wind strijkt veren plat

soms ruiken de dagen vreemd genoeg naar haar

soms kan een onbekend gezicht zo dierbaar lijken

ze zou aan de kust op je wachten lief

ze zou het malen tellen van de golven

zolang het zand nog weerstand biedt

jij kwam en ging weer zij was er niet

soms was ze een vogel die zachte liedjes zong

soms een woeste oceaan waarop het spoken kon

je zit daar als van steen wacht

op de dag dat de regen alle spijt

van je af wast een storm iets glad strijkt