Voor het eerst heeft een Nederlandse rechtbank in hoger beroep bepaald dat beurspromovendi studenten zijn, en geen werknemers.
Al jaren wil een deel van de Nederlandse universiteiten promovendi aanstellen als student in plaats van als werknemer. Deze promovendi krijgen geen salaris maar een studiebeurs. Dat scheelt universiteiten veel geld aan pensioenlasten en sociale premies. Maar betekent voor de promovendi minder zekerheid.
Keer op keer floot de rechter hen terug. Met het schrijven van hun proefschrift verrichten promovendi arbeid voor de universiteit, stelden de rechters in het verleden, dus waren promovendi werknemers en geen studenten.
Experimenten
Het huidige kabinet stond op het punt de wet wijzigen, zodat universiteiten niet alleen werknemerpromovendi, maar ook studentpromovendi zouden kunnen aanstellen. Maar na harde kritiek van de Raad van State in januari zag PvdA-minister Bussemaker daar alsnog van af. Universiteiten zouden de komende jaren slechts mogen ‘experimenteren’ met promotiestudenten.
Dit experiment is plotseling achterhaald door de juridische werkelijkheid, nu het gerechtshof in Leeuwarden op 24 april de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) alsnog in het gelijk heeft gesteld. Het stelt dat Nederlandse en buitenlandse promotiestudenten die via een beurs aan de RUG zijn verbonden, feitelijk niet in dienst zijn.
Veel vrijheid
Weliswaar vindt het hof dat promovendi arbeid verrichten, maar dat geeft deze keer niet de doorslag. De promovendi en de universiteit hebben bij aanvang van het traject afspraken gemaakt, benadrukt de rechter nu. Beurspromovendi hebben meer vrijheid dan andere promovendi. Ze hebben nauwelijks aanwezigheidsplicht, worden niet ingeroosterd en hebben geen vaste werkplek.
Bovendien krijgen bursalen de vrije keuze in het onderwerp van hun promotie. Dit verschilt van promotieplaatsen waarvoor de universiteit een gerichte advertentie zet.
Derde cyclus
Veel andere landen kennen het bursalensysteem. Voorstanders van invoering in Nederland vinden dat er hier te weinig mensen promoveren. Het zouden er veel meer kunnen zijn, als promotieplaatsen goedkoper worden. Volgens hen is de promotie gewoon de ‘derde cyclus’, na de bachelor- en masteropleiding.
Tegenstanders zijn bang dat promoveren minder aantrekkelijk wordt voor talentvolle jongeren. We lopen niet achter op het buitenland, we lopen juist voorop, stellen ze. Het niveau van de Nederlandse promotie is niet voor niets zo hoog. HOP