De ESE wil studenten met aandacht- of concentratiestoornissen, autisme of niet aangeboren hersenletsel (NAH) extra begeleiden tijdens het schrijven van hun bachelor- of masterscriptie.

Het gaat om een kleinschalige pilot bij de Erasmus School of Economics, waar jaarlijks honderden studenten door hun scriptie geloodst worden. Docent marketing Nel Hofstra merkte dat door deze fabrieksmatige aanpak sommige mensen, bijvoorbeeld met ADHD, ADD of die zich na een ongeluk minder kunnen concentreren, buiten de boot vallen. “Binnen ons strakke systeem moeten studenten binnen een paar maanden hun scriptie schrijven, maar niet iedereen heeft hetzelfde tempo.”

Overleven op wilskracht

Wie kampt met een aandacht- of concentratiestoornis of andere ‘bijzonderheid’ overleeft de eerste bachelorjaren vaak op wilskracht, ziet Hofstra. “Zodra in een scriptietraject echter meer zelfstandigheid en initiatief wordt verwacht, gaat het mis en blijven ze steken. Terwijl ze niet dom zijn.” Op de EUR zijn ongeveer 65 studenten met ADHD of ADD.

Niet onnodig doorworstelen

Om hen niet onnodig te laten doorworstelen pleit de marketingdocent voor aangepaste begeleiding. Op eigen houtje, met steun van het faculteitsbestuur, is zij in september begonnen met het opzetten van de ‘flexibele scriptiebegeleiding’. Behalve zijzelf heeft ze twee docenten bereid gevonden om naast hun gewone werk een extra student te helpen. Op termijn hoopt ze er bij elke vakgroep iemand is die dit wil en kan doen, zodat een student met elk scriptieonderwerp bij iemand terecht kan.

Balanceren

Zelf beet Hofstra het spits af; ze is net klaar met het begeleiden van een ‘bijzondere’ student – ze zoekt nog naar een goede omschrijving. Ze noemt het balanceren, want aan de ene kant moet je de student pushen om zijn werk af te maken, aan de andere kant moet je af en toe extra ruimte geven. “Het mooie is dat je een inkijkje krijgt in het leven van zo’n student, want vaak zijn ze open, creatief en onverwacht. Tegelijkertijd maakt dat de begeleiding intensief.”

Hoe helpen?

Bij het benaderen van docenten merkt ze dat velen wel willen, maar niet goed weten hoe ze bijzondere studenten kunnen helpen. Dit is ook terug te zien in de resultaten van de Nationale Studenten Enquête 2012. Daarin scoren EUR-docenten voor ‘begrip voor studenten met een functiebeperking’ 6,5 en voor kennis over hen een 6. Dat is beide onder het landelijk gemiddelde. Nog steeds eindigt de EUR onderaan de lijst als het gaat om voorzieningen voor studenten met een functiebeperking, al was het totaalcijfer van 6,34 iets hoger dan vorig jaar: 6,2.

Samen met de sectie Studiebegeleiding (onder andere studieadviseurs en psychologen) van de afdeling Studentenvoorziening denkt Hofstra na over hoe ze haar initiatief meer vorm kan geven. Hoe docenten het beste kunnen omgaan met studenten die extra begeleiding nodig hebben, is hier ook onderdeel van. LJ