D66, 50Plus en de SGP staan open voor onderhandelingen over het afschaffen van de basisbeurs. Dat bleek gisteren uit het debat over het leenstelsel in de Tweede Kamer.

Coalitiepartijen VVD en PvdA hebben geen meerderheid in de Eerste Kamer en zijn daar dus afhankelijk van oppositiepartijen. Aanvankelijk leek het afschaffen van de basisbeurs kansloos, omdat te veel partijen ertegen zijn. Maar nu lijkt er toch al bijna een meerderheid te zijn. GroenLinks en D66 zijn in principe voorstander van een leenstelsel, waarbij studenten geen basisbeurs meer krijgen en hun studielening achteraf moeten terugbetalen. Maar in de onderhandelingen met het kabinet stelt GroenLinks hoge eisen, zoals verlaging van het collegegeld en een hogere aanvullende beurs.

Investeringen en aanvullende beurs

Met D66 kan het kabinet makkelijker zaken doen. De partij eist allereerst extra investeringen in onderwijs “niet alleen uit de zak van de student, maar ook uit de zak van de samenleving”, zoals Kamerlid Paul van Meenen het uitdrukt. Verder kunnen de democraten niet accepteren dat de aanvullende beurs verdwijnt voor studenten van wie de ouders ‘onvindbaar’ zijn. In het Kamerdebat maakte 50Plus een draai. De ouderenpartij zei eerder de basisbeurs te willen behouden, maar staat volgens parlementariër Norbert Klein nu “net zo open” in de onderhandelingen als D66.

Zoals verwacht ligt de SGP niet dwars. De partij is eigenlijk voorstander van de langstudeerboete, maar acht het ongeloofwaardig om voor de terugkeer van de boete te pleiten. Het leenstelsel is volgens de gereformeerden een haalbaar alternatief.

‘Aan de knoppen draaien’

Om de oppositie tegemoet te komen, wil onderwijsminister Bussemaker best “aan de knoppen van het leenstelsel draaien”, maar niet te veel. De toegankelijkheid van het onderwijs is belangrijk, maar het op orde houden van de Rijksbegroting ook. Ze kan de oppositie eventueel tegemoet komen door de aanvullende beurs te verhogen of “eens goed te kijken” naar de afgeschafte beurzen voor studenten met onvindbare of weigerachtige ouders. Dat zal echter wel ten koste gaan van het geld dat naar het onderwijs kan, hield ze de oppositie voor.

Lagere rente voor nominaal studeren

De oppositiepartijen maken zich verder zorgen over de gevolgen voor meerjarige masters, zoals voor technische beroepen, of studies voor beroepen waar veel vraag naar is maar waarvan het salaris niet zo hoog is. Dat kan volgens Bussemaker opgelost worden. Bijvoorbeeld door het rentepercentage laag te houden of techniekstudenten de mogelijkheid te geven zelfs renteloos te lenen. Het is ook denkbaar om studenten die nominaal afstuderen een lagere rente te laten betalen dan studenten die lang over hun opleiding doen.

Bijna een meerderheid

Er lijkt dus speelruimte te zijn voor onderhandelingen. Bussemaker zal op enkele punten flink toe moeten geven om ook D66 en 50Plus mee te krijgen. Al met al zou er in de Eerste Kamer al bijna een meerderheid kunnen zijn van VVD, PvdA, D66, SGP en 50Plus, die samen 37 zetels bezetten. Senator Kees de Lange van de Onafhankelijke Senaatsfractie is echter ook lid van 50Plus en zou de 38e zetel kunnen leveren.

OV-studentenkaart

Gisteren beloofde staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu ook dat er meerdere scenario’s voor het afschaffen van de ov-studentenkaart worden ontwikkeld. Parlementariërs hadden allerlei vragen over de gevolgen van het afschaffen van de ov-kaart voor studenten: wat zal er gebeuren met het openbaar vervoer in de krimpregio’s? Hoeveel minder zullen studenten gaan reizen? Mansveld moest het antwoord schuldig blijven. Pas als ze weet wat er voor de ov-studentenkaart in de plaats komt, kan ze uitzoeken wat de gevolgen zijn. Sommige Kamerleden vroegen haar eerst de scenario’s uit te werken en op grond daarvan een besluit te nemen.

Na het voorjaarsreces, dat eindigt op 25 februari, wordt het debat over het leenstelsel in de Tweede Kamer hervat. HOP/TF