Stagevergoeding voor coassistenten?
Het is een oude discussie die elk jaar oplaait: moeten coassistenten een stagevergoeding krijgen? Het studentenplatform van de landelijke artsenvereniging KNMG vindt het niet meer dan logisch, maar volgens de Vereniging van Ziekenhuizen is het te duur . Wat vinden coassistenten zelf?
Nicole Verberne (23), zesdejaars Geneeskunde
“Tijdens mijn coschap heelkunde werkte ik gemakkelijk 55 uur per week. Vooral aan het begin van de coschappen had ik er niet aan moeten denken om dan nog een bijbaan te hebben. Naast je dagen in het ziekenhuis, wachten de studieboeken thuis nog op je. Bovendien stond mijn sociale leven al geregeld op een laag pitje.
De eerste vier jaar heb ik veel gewerkt en geld opzij gezet. Maar wanneer jouw ouders je financieel niet willen of kunnen steunen, dan bouw je met coschappen vrijwel automatisch een schuld op. Soms zit je in Rotterdam, maar vaak ook in Dordrecht of Breda. En als de OV-kaart wordt afgeschaft, dan telt zo’n dagelijks retourtje snel op!
Daarom roep ik al jaren dat het belachelijk is dat coassistenten geen stagevergoeding krijgen. Uitgaande van een 50-urige werkweek betekent een stagevergoeding een uurloon van 1,25 euro. Dat zijn we zeker waard!”

Bob Vervloet (23) vijfdejaars geneeskunde
“Ik ben zojuist begonnen met mijn coschappen, ik verwacht in deze periode zo’n 50 uur te moeten werken en dan heb ik geen tijd voor een bijbaan. Ik ken ook niemand die dat heeft. Het is lastig combineren, zeker als je studeren en reizen erbij optelt. Om rond te komen tijdens mijn coschappen maak ik gebruik van spaargeld, nog één jaar studiefinanciering en steun van mijn ouders.
Als coassistent zou je een onkostenvergoeding moeten krijgen. Je studeert en bent weliswaar niet zeer productief, maar andere bedrijven geven hun stagiaires ook een vergoeding voor de onkosten. Bij coassistenten moet je daarbij denken aan vervoerskosten, maar ook aan huisvesting; dagelijks forenzen naar Tilburg of Vlissingen is geen optie.
Toch snap ik wel dat dit punt niet hoog op de politieke agenda staat. Op dit moment zijn er belangrijkere zaken, zoals de eurocrisis, bezuinigingen en de oplopende zorgkosten. Ik weet niet zeker hoe ik het zou doen als ik geen steun kreeg, maar ik denk dat een goede opleiding een veilige investering is. Ik zou bereid zijn daar geld voor te lenen.”

Lennart van Gils (23) vijfdejaars geneeskunde
“Exclusief reistijd haal ik 60 uur per week. De tijd die ik naast mijn coschappen en studie overhoud, besteed ik aan ontspanning. Dit is ook hard nodig, anders leef je in een andere wereld. Ik heb tijdens mijn bachelor een redelijke buffer kunnen opbouwen, door vaak te werken en soms iets te lenen.
Een kleine vergoeding voor coassistenten is meer dan reëel. Het aantal uren dat je verplicht bent te draaien sluit het hebben van een bijbaan uit. Je werkt hard en het ziekenhuis vergroot zo op goedkope wijze haar inkomsten. Dit veroorzaakt een enorme financiële discrepantie tussen net afgestudeerde artsen en coassistenten. Bovendien zitten oudere coassistenten qua kennis en kunde vaak bijna op hetzelfde niveau als de arts-assistenten.
Dat men hier geen actie onderneemt, vind ik onbegrijpelijk. Een geldkwestie kan het niet zijn, want een stagevergoeding is een fractie van de uitgaven in de gezondheidszorg. Ik hoop dan ook dat de discussie over een stagevergoeding voor coassistenten op de universiteit verder wordt aangewakkerd.” CdJ
