KNAW-president Robbert Dijkgraaf droeg het stokje gisteren over aan zijn opvolger Hans Clevers. Beiden benadrukten in hun speech het grote maatschappelijk belang van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.

Niet goed

Toch maakte Dijkgraaf de balans van zijn presidentschap “met gemengde gevoelens” op. Hij haalde een van zijn favoriete anekdotes van stal: “Toen Leonid Brezjnev gevraagd werd in één woord samen te vatten hoe het met de Sovjet-Unie ging, was zijn antwoord: ‘Goed.’ Toen hem vervolgens werd gevraagd wat zijn antwoord zou zijn als hij twee woorden mocht gebruiken, vervolgde hij: ‘Niet goed.’”

Er zijn de afgelopen jaren opnieuw geweldig prestaties geleverd door Nederlandse wetenschappers, die overal in de wereld hoog worden aangeslagen. Maar het gaat ook ‘niet goed’. “Het is ons vooralsnog niet gelukt om die uitstekende prestaties in voldoende maatschappelijk en politiek draagvlak en daarmee in concrete, financiële steun te vertalen. Als we deze trend niet ombuigen, kunnen we de komende generaties slechts een bleke toekomst voorhouden. Juist bij jonge onderzoekers heerst nu grote existentiële angst: is er wel plaats voor mij?”

Korte termijn

Hij vond het “zuur” te moeten constateren dat landen als Zweden, Denemarken, Finland en met name Duitsland, die vaak als voorbeeld dienen om hun inspirerende wetenschaps- en innovatiebeleid, zich ook in de huidige crisis positief onderscheiden van Nederland. “Ik zou willen zeggen: dames en heren politici, hoeveel bewijs verlangt u nog?”

Dijkgraafs opvolger Hans Clevers sloot zich daarbij aan in zijn speech. De publiek-private samenwerking in de zogenoemde topsectoren, waar het kabinet op inzet, zorgt volgens hem slechts voor innovatie op korte termijn. “Zonder fundamenteel onderzoek valt die pijplijn snel droog.” Hij verwees naar de recente waarschuwing van de Europese Commissie die reageerde op de afspraken in het Lenteakkoord: “Neglecting basic research in favour of applied research may well harm the long-term growth prospects of the economy.” HOP