Aardige wetenschappers

“Wetenschappers zijn aardige mensen”. Met deze lapidaire woorden omschreef prof.dr. Jan Hoeijmakers, gastspreker op de ‘Talent Day’, academici. Deze uitspraak is mijns inziens een waarheid als een koe. Wetenschappers zijn inderdaad doorgaans van vriendelijk allooi. Ze bezitten eigenschappen welke kenmerkend zijn voor academici: ze zijn goedaardig, lief, innemend, oprecht geïnteresseerd, en wat dies meer zij. Allicht lopen er her en der ook enkele onuitstaanbare chagrijnen rond van wie je de kriebels krijgt, maar die verbleken bij het aanzicht van de overgrote meerderheid aan aimabele academici.

Toen ik hier op de universiteit begon, viel mij meteen de liefdevolle en vriendelijke karakter van de wetenschappers direct op. Men luisterde aandachtig naar wat je te vertellen had, men nam de tijd voor je, men was geduldig, men enthousiasmeerde en inspireerde. Allemaal eigenschappen die wat mij betreft diep gekoesterd moeten worden en gewaarborgd moeten blijven, vooral in deze tijd waarin de roep naar vercommercialisering en bedrijfsmatig onderwijsbeleid palpabel luider wordt. Ik houd mijn hart vast als straks de academische wereld een soort BV wordt en academische waarden als vriendelijkheid en geduld in een vrije val raken.

Voor mij is juist de heersende hartelijkheid op de universiteit de voornaamste reden om een carrière in de academische wereld sterk te overwegen. Het is de suave sfeer der academische wereld die mij zo aanspreekt; de tijd die stil lijkt te staan doch verstrekt; de gemoedsrust en melancholie waarin je geraakt als je wetenschap bedrijft. Enfin, het is het gevoel dat mij zegt dat de academische wereld deugt en weshalve mij zo lief is.

Echter volgens een echte insider vergis ik me lelijk. Het gaat er volgens hem niet zo gemoedelijk aan toe als ik me verbeeld. En die bevlogenheid en liefelijkheid is volgens hem maar een façade. Zou dat waar zijn?

Elfahmi el Bouazati is rechtenstudent