Hoe bont maak jij het?
Deze maand was er een twitter fight tussen Georgina Verbaan en Arie Boomsma. Georgina vond het jammer dat Arie Boomsma een bontkraag droeg op tv. Ook op de campus komen regelmatig ‘bontjes’ voorbij. Die zijn toch zeker wel nep?
Sarah Reitema, studente Rechten & Filosofie en Elsa bestuurslid
“Mijn bontkraag is nep, expres. Ik ben ertegen, vooral omdat de dieren puur voor het bont worden doodgemaakt. Daarnaast is het proces onmenselijk. Helaas is bont sinds de laatste jaren aan het terug komen. Steeds meer mensen dragen het en er wordt minder over gepraat. Zelfs mijn zusje van 12 loopt ermee.Net als voor veel andere mensen, was haar argument dat het toch al in de winkel hing.
Dit klopt natuurlijk niet, als je geen jas koopt neemt de vraag en dus het aanbod af.Aan de andere kant draag ik wel leer. Dit lijkt hypocriet, maar bij leer gaat het vooral om de kwaliteit. Daarnaast worden dieren meestal niet puur voor leer geslacht, maar ook voor vlees.”
Deni Mehic, eerstejaars Fiscaal Recht
“Ik heb deze jas niet bewust om het bont gekocht, ik zag het meer als een warme kraag. Ik ben er niet tegen, ik vind het juist mooi. Vooral die sovjet stijl, dat is tijdloos. Een leren jas met bont vind ik nogal ordinair.
Het is niet dat ik niet van dieren houd, integendeel. Het is uiteindelijk een natuurlijk proces. Vroeger gebruikte de mensen al bont om zich warm te houden. Nu nog steeds, alleen komt daar nu het modieuze aspect bij kijken. We gebruiken nu al zo lang bont in onze kleren, dat ik niet inzie waarom het nu zou moeten stoppen.”
Rosa Coolen, eerstejaars BMG
“Ik draag bewust nep, ik zou nooit bont dragen. Ik eet ook heel weinig vlees, dus het zou krom zijn om wel bont te dragen. Natuurlijk zou ik liever hebben dat er minder echt bont in de winkels zou hangen. Als mensen het minder kopen wordt het aanbod vanzelf minder.
De overheid zou er ook best iets aan kunnen doen. Denk hierbij aan reclamecampagnes die laten zien hoe de dieren worden geslacht. En misschien een heffing op bont, zodat die jassen duurder zijn. Daarom vind ik het goed als iemand als Georgina Verbaan zich hiervoor in zet. Zo wordt er weer meer aandacht aan besteed.” JV
