Zo’n 12.000 tieners zijn verslaafd aan online video games spelen. Ze hebben meer gevoelens van depressie en eenzaamheid. Anthonis van Rooij van het Erasmus MC concludeert dit in zijn onderzoek Online Video Game Addiction waarop dat hij morgen promoveert.

Deze 12.000 tieners – 1,5 procent van de  Nederlandse jongeren van 13 tot en met 16 jaar – kunnen moeilijk stoppen met gamen, spelen meer dan ze van plan waren en willen, slapen erdoor te weinig en hun huiswerk lijdt eronder. Van alle activiteiten op internet blijkt online gamen het meest verslavend. Van Rooij verwacht dan ook dat de groep gameverslaafden zal toenemen.

Voorkomen

Van Rooij roept iedereen op die een rol kan spelen in het voorkómen van online gameverslaving – zowel producenten van video games, tieners en hun ouders – om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Daarnaast kunnen zorgverleners, onderzoekers en beleidsmakers de informatie gebruiken om maatregelen te nemen ter preventie en behandeling, of om aanvullend onderzoek uit te voeren.

Verslaving aan videogames kan gepaard gaan met diverse negatieve verschijnselen, zoals depressie, eenzaamheid, angst om zich in een sociale omgeving te begeven en een negatiever zelfbeeld. Verslavingszorginstellingen krijgen de laatste jaren met enige regelmaat te maken met gameverslaafde jongeren.

 Peter Nikken.

Mediaopvoeding

Psycholoog Peter Nikken, medewerker van het Nederlands Jeugdinstituut en sinds januari bijzonder hoogleraar Mediaopvoeding aan de Erasmus School of History, Culture and Communication, heeft het proefschrift net gelezen. Hij is blij dat er onderzoek gedaan wordt naar veelvuldig internetten en gamen. “Maar”, zegt hij, “of het nu echt om verslaving gaat of meer compulsief gedrag is niet duidelijk.” En of de groep gameverslaafden echt gaat toe nemen, is volgens hem niet zeker.

Ook, zegt Nikken, is het niet duidelijk of kinderen last van depressie en eenzaamheid hebben, weinig slapen en niet goed hun huiswerk maken doordat ze zoveel gamen of dat dat al het geval was voordat ze begonnen met gamen. Hij vindt het daarnaast jammer dat Van Rooij in een latere fase van zijn onderzoek een betere ‘verslavingsschaal’ heeft ontwikkeld, maar dan geen cijfers noemt.  

Gevaren

Nikken denkt dat ouders in eerste instantie een rol moeten spelen bij het voorkomen en oplossen van game verslaving. Ook het onderwijs kan eraan bijdragen, denkt hij. “Het onderwerp zou bespreekbaar gemaakt moeten worden, zoals bij pesten gebeurt.” Hij denkt dat ook tieners die (nog) niet verslaafd zijn hierbij betrokken kunnen worden.

Wat ouders nu precies doen om het online spelgedrag van hun kinderen in de gaten te houden, is nog niet bekend. Het is wel duidelijk, vertelt Nikken, dat steeds meer kinderen een computer of televisie op hun kamer hebben. “Gamen is dus steeds meer een privé-aangelegenheid die zich buiten het zicht van ouders afspeelt. Ouders denken wellicht dat het kind op de kamer veiliger is dan op straat, maar daar zijn dus weer andere gevaren.” TL