Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft tien zogenoemde topteams samengesteld. Doel is om de knelpunten van de verschillende sectoren en benodigde acties in kaart te brengen.
In de tien teams zitten behalve het boegbeeld iemand uit het Midden- en Kleinbedrijf, een ambtenaar en een wetenschapper. Van de EUR zijn dit Henk Volberda, hoogleraar Strategisch Management en Ondernemingsbeleid aan de Rotterdam School of Management, die deel uitmaakt van het team Hoofdkantoren, en Valerie Frissen, bijzonder hoogleraar ICT en Sociale Verandering, van het team Creatieve industrie. De andere topteams zijn Logistiek, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, Agrofood, Life sciences, Energie, Water, Chemie en High Tech materialen en systemen.
Telefoontje
Henk Volberda gaat zich bezig houden met het aantrekken van nieuwe internationale hoofdkantoren en het behouden van bestaande hoofdkantoren. Een paar weken geleden kreeg hij het telefonische verzoek om in het team te gaan zitten. Hij dacht er even over na, maar was eigenlijk direct enthousiast: “Het is een leuke kans om actief mee te werken aan het Nederlandse innovatiebeleid.”
Kabinetsbeleid
Volberda denkt dat zijn benoeming te maken heeft met het feit dat hij directeur is van het top instituut INSCOPE: Research for Innovation (Social Innovation for Competitiveness, Organizational Performance, and Human Excellence). En niet zo lang geleden heeft hij met zijn collega’s in opdracht van VNO/NCW een onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van Hoofdkantoren voor Nederlandse economie. Of hij het kabinetsbeleid onderschrijft, is niet van belang denkt hij: “Dat is me niet gevraagd. Ik ben gevraagd vanuit mijn expertrol.”
Concurrentie
In de sector Hoofdkantoren wordt gekeken naar het eventueel verlagen van bepaalde belastingen, het aantrekken van kenniswerkers, beter ontwikkelen van talent en het verbeteren van de infrastructuur. De tien sectoren moeten samen in totaal 1,5 miljard euro verdelen. Volberda: “De teams zullen onderling dus ook moeten concurreren. We moeten dan ook met een heel goed plan komen.”
Eer
Half juni moet er advies uitgebracht worden aan minister Verhagen. Dat is snel. Volberda: “Ja, we moeten heel efficiënt te werk gaan.” Hij zal het werk voor het topteam in zijn vrije tijd moeten doen, naast zijn overige taken op de universiteit. Geld krijgt hij er niet voor. “Het is een eer dat je mee mag denken.”
Weinig vrouwen
De wetenschappers in de teams komen van de verschillende Nederlandse universiteiten. Volberda was aanvankelijk bang dat er vrijwel alleen beta-wetenschappers gevraagd zouden worden, maar dat bleek mee te vallen. Kritiek is geuit op het feit dat er geen HBO-lectoren in de teams zitten en slechts twee vrouwelijke wetenschappers. Ook alle boegbeelden zijn mannen. Het lijken Volberda capabele mensen met veel ervaring, maar hij vindt het wel jammer dat er zo weinig vrouwen in de teams zitten.
Voor het eerst
Het is voor het eerst dat het ministerie dergelijke topteams heeft samengesteld. Het feit dat ondernemers, wetenschappers en ambtenaren eens samen komen is sowieso goed, vindt Volberda. “Dat stimuleert de kenniscyclus en leidt tot betere oplossingen.” TL