Rinus Besooijen (58), medewerker post & logistiek aan de EUR, liep zondag 10 april zijn 31e marathon. Hij finishte in 4.31 uur.
Ben je tevreden over je tijd?
“Ik had 4.15 in mij hoofd. Na drie uur, zo rond de dertig kilometer, kreeg ik kramp. Ik had genoeg lucht, maar mijn bovenbenen sloegen helemaal vast. Ik ben langzamer gaan lopen, wandelen, dat kost nogal wat minuten.”
Hoe kwam je over de finish?
“Goed. Dat is heel gek: zodra je op de Coolsingel loopt is alle pijn uit je lijf. Je wordt van alle kanten aangemoedigd en het lijkt wel alsof je lichaam dat voelt. Je loopt ineens weer helemaal in je eigen tempo. Dat is sowieso een beetje de kunst van zo’n marathon: geen medelijden met jezelf krijgen.”
Maar je had nergens last van?
“Ik ben op de tribune over mijn nek gegaan, echt alles kwam eruit. Dat was mijn eigen schuld: iemand gaf me een biertje en die nam ik aan. Maar daarna voelde ik me prima. Ik kon gewoon naar de metro lopen. Zelfs nu, als ik de trap op loop, heb ik nergens last van. Dat zijn toch die vijftien minuten die ik langzamer gelopen heb. Daarmee heb ik mijn lichaam gespaard.”
Hoe hou je het vol?
“Door te denken aan leuke dingen. Ik wil die mensen die me steunen niet teleurstellen. En ik liep ook een beetje voor mijn loopmaatje, Martin, die afgelopen jaar tijdens het trainen dood is neergevallen. Daarom wilde ik het zeker halen zondag. Iemand loopt toch een beetje met je mee.”
Is het gevaarlijk, een marathon lopen?
“Martin ging net als ik altijd tot het gaatje. Maar hij had een slecht hart. Ik heb zelf ook weleens met pijn in mijn borst gelopen. Dat je moet gaan lopen omdat je ademhaling in de war loopt. Dat was in de tijd dat ik hem nog in drieënhalf uur liep. Dan heb je daarna nog drie dagen last van je benen.”
Rinus Besooijen (in het oranje).
Waarom zijn oude knarren vaak zulke goede lopers?
“Je doet het op je eigen voorwaarden: je hoeft niet naar een training te komen, je hoeft niet te presteren. Ik heb een tijd gehad dat ik om vijf uur ’s ochtends opstond en een kwartier later buiten stond. Als ik een uur later terugkwam stapte ik onder de douche en stond de koffie klaar. En dan zat ik om half acht op de fiets naar mijn werk. Heerlijk. Lopen is een verslaving. Ik heb ook weleens momenten dat ik niet te genieten ben. Dan zegt mijn vrouw: misschien moet je even gaan rennen. Vaak kom ik als herboren terug.”
Hoe sluit je zo’n marathondag af? Vroeg naar bed?
“Nee, met veel bier. Ik ben nogal een bierliefhebber, dus ik had van de buurvrouw een mand met speciale bieren gekregen. Lentebokjes, heerlijk. Ik heb er misschien wel vijf op. En shoarma eten hè, dat is traditie. Ik had een tafel gereserveerd bij Achmed, in Ommoord. Zaten we met z’n tienen. We gingen pas na achten weg.” GM