Bij de ontruiming van het T-gebouw gistermiddag ging lang niet alles goed, concludeert Henk de Vries van RSM. Hij maakt zich al jaren zorgen over de veiligheidsmaatregelen bij calamiteiten op de Erasmus Universiteit.

Wat was er aan de hand? “Eigenlijk niets”, aldus Hoofd van de Beveiliging, Jelle Jager. Volgens hem is door een storing de omroepinstallatie afgegaan in het hele gebouw. “Toevallig werd het bandje met de ontruimingsboodschap afgespeeld, maar het had net zo goed het ‘Deze installatie wordt getest’-bandje kunnen zijn, wat duidelijk minder gevolgen zou hebben gehad.” Voor niets is het hele gebouw dus leeggestroomd. Momenteel onderzoeken drie afdelingen en een externe expert hoe dit heeft kunnen gebeuren.

Het T-gebouw 

Kritiek op beleid

Henk de Vries, die onderzoek doet binnen de vakgroep Management van Technologie en Innovatie, is geen onbekende van Jager. Mede door zijn achtergrond heeft hij al vaker verbeterpunten onder de aandacht gebracht qua beveiliging en ontruiming van gebouwen, maar die zijn (nog) lang niet allemaal doorgevoerd. Ondanks dat het gisteren vals alarm bleek te zijn, heeft De Vries kritiek.

Communicatie moet beter

Hij vindt het bijvoorbeeld vreemd dat niemand in het T-gebouw gebeld heeft met de beveiliging om te controleren waar het om ging. “Blijkbaar is er geen aangewezen persoon in het gebouw die standaard checkt of een alarm terecht of onterecht afgaat. In dit geval had zo’n telefoontje iedereen een hoop moeite gescheeld.” Een ander punt van aandacht is de communicatie achteraf, aldus De Vries. Alle medewerkers en studenten in het T-gebouw kregen na het valse alarm een mail, maar die was alleen in het Nederlands, terwijl een groot deel van het personeel en de studenten buitenlands is.

Jager reageert op De Vries

EM legde de volgende kritiekpunten van De Vries voor aan Jager van de beveiliging:

Henk de Vries: Op de tiende verdieping liep bijna iedereen naar de trap aan de noordzijde terwijl er aan de zuidzijde ook een trap is.

Jelle Jager: “Mensen zijn gewoontedieren en hebben de neiging om een gebouw op dezelfde manier te verlaten als hoe ze zijn binnengekomen. De ontruimingsmedewerker op deze afdeling had in dit geval beter moeten communiceren dat mensen ook aan de zuidzijde naar beneden moesten gaan. Binnenkort worden er oefendagen georganiseerd voor de ontruimingsmedewerkers, waarop dit soort dingen aan bod komen.”

HdV: De capaciteit in de trappenhuizen bleek te beperkt te zijn, vooral de verbinding tussen vierde en derde verdieping.

JJ: “Volgens de eisen van de brandweer is de capaciteit van de gangen van het T-gebouw ruim voldoende.”

HdV: De liften bleven functioneren – dat mag niet uit oogpunt van veiligheid voor de gebruikers en beschikbaarheid voor de brandweer.

JJ: “De liften bleven functioneren, omdat er geen alarm was afgegaan vanwege brand, een bommelding of chemische dreiging. Bij een brandalarm zouden de liften direct omschakelen en naar de begane grond gaan.”

HdV: Buiten was er geen informatie – niemand die met een megafoon vertelde wat er aan de hand was, of die vroeg om plaats te maken voor mensen die het gebouw nog moesten verlaten.

JJ: “Aangezien hier ging om een storing in het ontruimingsysteem, en geen echt alarm, kregen wij als beveiliging geen melding binnen. Wij werden dus net zo verrast als ieder ander. Toen duidelijk werd dat er iets aan de hand was, zijn wij toegesneld om de mensen alsnog gerust te stellen dat het vals alarm was en om hen verder te begeleiden.”

Brandweer komt langs

Jager wordt overigens niet warm of koud van de aantijgingen van De Vries. In het kader van rampscenario’s wil hij nog wel kwijt dat morgen de brandweer op bezoek komt om de campus te verkennen. LJ