Aan de vooravond van de Provinciale Staten verkiezingen hield de sociale faculteitsvereniging Cedo Nulli dinsdagmiddag een bijeenkomst over de toekomst van de provincies. ‘Provincies, what’s the deal?!’ was de vraag. Sprekers Jan Franssen, commissaris van de koningin in Zuid-Holland en hoogleraar Bestuurskunde Geert Teisman waren het erover eens: de provincie is wel degelijk belangrijk.
Voor de ongeveer vijftig geïnteresseerden in de zaal is het waarschijnlijk geen vraag of ze vandaag richting de stembus gaan. Maar de vraag is wel: wat is ons belang om te gaan stemmen met de Provinciale Staten verkiezingen?
Franssen kan hier kort over zijn: “Wees blij dát we in een democratie leven waar je mag stemmen. Het is een burgerplicht.” Als het aan hem ligt zou er zelfs opkomstplicht zijn en zouden verkiezingen met een opkomst van minder dan 50 procent ongeldig verklaard moeten worden.
Media
Teisman is het op veel punten met Franssen eens en uit dit door regelmatig instemmend te knikken. Volgens hem is de reden dat veel mensen zich afvragen of provincies nog wel nut hebben onder andere te wijten aan de media. Die zouden meer aandacht besteden aan de rijksoverheid en gemeentes dan aan de Europese Unie en provincies. Hierdoor krijgen mensen de indruk dat die laatste twee niet belangrijk zijn.
Bestuurlijke obesitas
Volgens Franssen staat het nut van de provincie voordurend ter discussie, omdat de overheid op een andere manier is veranderd dan de samenleving. Een van de redenen hiervoor zou het ontbreken van een duidelijk takenpakket zijn. Ook is de samenleving kritischer en onafhankelijker gaan denken ten opzichte van de overheid en heeft Europa een grotere rol gekregen. Er is, zoals Franssen het verwoordt, bestuurlijke obesitas ontstaan. Terwijl we volgens hem juist gebaat zouden zijn bij een slank middenbestuur.
Vergroting van Zuid-Holland
Beide sprekers gaan ook in op de verdeling van de verschillende provincies en of dit nog steeds de juiste is. Samenvoeging van de Randstad heeft volgens Franssen tot gevolg dat de noord- en zuidvleugel van Nederland uit balans zullen raken. Hij ziet het liefst een vergroting van zijn eigen provincie, Zuid-Holland, doch is er praktisch zeker van dat dit niet zal gebeuren.
Tijdgebrek
Door Franssens enthousiasme komt Teisman tijdens de discussie op het eind nog maar weinig aan het woord. Ook krijgen slechts enkele studenten de kans om een vraag te stellen of hun mening te geven. Als de bijeenkomst vanwege tijdgebrek moet eindigen is Franssen nog niet uitgediscussieerd: “Bij deze nodig ik jullie allemaal uit op het Provinciehuis!” BK