Met zijn wiskundige modellen kan de NS storingssituaties in de toekomst sneller oplossen. Vier vragen aan Lars Nielsen (1979, Denemarken), die vrijdag 11 februari aan de RSM promoveert op zijn proefschrift ‘Rolling Stock Rescheduling in Passenger Railways’.
Wat hebt u precies onderzocht?
“Ik heb wiskundige modellen opgesteld die helpen beslissen welke treinen wanneer waar moeten zijn. Daar heeft de NS nogal eens problemen mee, zowel in de planning als in de uitvoering. Wat planning betreft is de vraag bijvoorbeeld: zetten we dubbeldekkers of sprinters in? Maar ook bij de uitvoering kan het mislopen. Er springt iemand op de rails of er barst een sneeuwstorm los. Dan moet heel snel naar een oplossing gezocht worden. Softwaremodellen zijn dan een uitkomst.”
Modellen die de problemen bij de NS oplossen, zijn die geen miljoenen waard?
“Ze hebben het al gekocht van de universiteit. Maar er zijn geen miljoenen voor neergelegd. Hoeveel precies kan ik niet zeggen; de universiteit heeft haar kosten terugverdiend.”
Gaan de treinen nu veel vaker op tijd rijden?
“Was het maar zo simpel. Je blijft altijd last hebben van het weer en andere externe omstandigheden. Maar met deze modellen is de NS wel beter geïnformeerd en kunnen ze sneller reageren.”
NS en Prorail hebben toch ook wiskundigen en econometristen in dienst. Waarom zijn ze zelf niet op deze oplossingen gekomen?
“Er zijn veel kanten aan de problemen waar ze mee te maken hebben. Natuurlijk werken ze ook met modellen. Maar ik heb vooral naar het materiële aspect gekeken, en op dat gebied waren ze nog niet zo ver.” GM