Als straks iedereen die dat wil geneeskunde mag studeren, kost dat de schatkist 931 miljoen euro extra, waarschuwde voormalig minister Klink van Volksgezondheid zijn opvolgers. Maar het ministerie laat zich niet ontmoedigen.
In zijn introductiedossier voor de nieuwe bewindslieden van VWS schreef Klink dat het loslaten van de numerus fixus betekent dat er meer basisartsen worden opgeleid. Bovendien zullen die meer plaatsen opeisen in de vervolgopleidingen tot medisch specialist. Hij voorziet een kostenstijging van € 971 miljoen extra.
Kosten niet altijd zo hoog
Een woordvoerder van het ministerie denkt echter dat de kosten alleen zo hoog zullen uitvallen als alle artsen voor een langjarige opleiding kiezen. En dat is niet waarschijnlijk. Er wordt nog berekend met hoeveel extra kosten minister Schippers dan wel rekening moet houden.
Fixus in 5 jaar afschaffen
Het nieuwe kabinet is het nog altijd eens met het advies van de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorg, om de regels voor het maximale aantal geneeskundestudenten minder rigide te maken. Het ministerie houdt vast aan het voornemen in het regeerakkoord om de numerus fixus in vijf jaar tijd af te schaffen. Met als gevolg dat er in 2025 een kwart meer artsen aan de slag kunnen.
Particuliere bijdrages
Op dit moment zijn het de universiteiten en de overheid die tot achter de komma voorschrijven hoeveel basisartsen er mogen worden opgeleid. De Raad wil dat straks alleen nog wordt bepaald hoeveel opleidingsplaatsen er worden bekostigd. Dat biedt universiteiten de mogelijkheid om ook niet (volledig) bekostigde studenten op te leiden. Bijvoorbeeld door een hogere particuliere bijdrage van hen te vragen. Dat mag pas als instellingen zelf de hoogte van het collegegeld mogen bepalen.
Plannen in die richting zijn door de val van het vorige kabinet in de ijskast beland. Volgens de huidige regels mogen instellingen een hoger collegegeld alleen aan studenten uit het buitenland berekenen. HOP