Het leven van illegalen in Nederland is helemaal niet zo ellendig als vaak verondersteld. Marja van Meeteren vond in haar promotieonderzoek aan de Faculteit Sociale Wetenschappen ruwweg drie leefstijlen.

Bij illegalen in Nederland denk je automatisch aan uitgerekte verblijfprocedures, aan huilende kinderen die gedwongen afscheid nemen van vriendjes op de basisischool en aan bloembolplukkers die na het werk met z’n twintigen op een veel te klein kamertje geperst zitten. Marja van Meeteren wilde graag weten hoe het écht zat en besloot tot uitgebreid veldonderzoek. “Ik heb meegelopen in hun leven. Ik heb familieleden en vrienden gesproken en ben met ze meegegaan naar sociale activiteiten.”

Op zoek naar papieren

Van Meeteren vond ruwweg drie verschillende typen illegalen. De eerste (en bekendste) groep is op zoek naar papieren. Van Meeteren noemt hen de legalisatiemigranten. “Dat zijn vaak hoger opgeleiden. Die willen hier niet zomaar wc’s gaan schoonmaken.”

Het leven van deze migranten staat in het teken van de verblijfsprocedures of het vinden van een huwelijkspartner in Nederland of België. De groep werkt weinig, omdat dat niet mag. Wanneer zij betrapt worden, dreigt namelijk uitzetting. Verder zijn zij bereid offers te brengen met betrekking tot huisvesting en sociale contacten.

Geld verdienen

Ook bereid tot offers zijn de zogenaamde investeringsmigranten, die hier maar tijdelijk zijn en dan zoveel mogelijk werken. Om geld te verdienen doen zij het werk waar Nederlanders de neus voor op halen. Ze accepteren slechte omstandigheden, zoals beroerde huisvesting. Ook hebben ze bijna geen sociaal leven. “Ze zitten veel binnen en spelen bijvoorbeeld kaartspellen met hun huisgenoten, maar ze gaan niet een avondje gezellig drinken in een café.”

Met gezin

Niet bereid tot al die offers zijn de zogenaamde verblijfsmigranten. “Die groep is hier met familie”, vertelt Van Meeteren. “Ze willen vaak maar vier dagen in de week werken en weigeren ook meer werk als ze dat kunnen krijgen. Ze vinden vrije tijd leuk en willen dat met hun familie doorbrengen.” Stereotype baan voor deze groep is de schoonmaak bij mensen thuis.

Verder leiden de verblijfsmigranten hier een redelijk normaal leven. Ze zijn vaak tevreden en de ‘grote ellende’ die je veronderstelt bij het leven van een illegaal blijft meestal uit. De kinderen gaan naar school en studeren soms zelfs verder – met een beurs uit het land van herkomst.

Ze vinden het verder geen probleem dat ze geen toegang hebben tot de gezondheidszorg, omdat wat ze wél hebben nog altijd beter is dan in het land van herkomst. “Dat waarderen ze echt. Als je hier bijna doodgaat, word je tóch geholpen. Dat is ook vaak een reden om te blijven.” GH