Na demissionair premier Jan Peter Balkenende gaf PvdA-lijsttrekker Job Cohen gisteren een gastcollege op campus Woudestein in het kader van zijn ‘universiteitstournee’. In Rotterdam maakten studenten het hem niet moeilijk, zelfs niet toen het over de basisbeurs ging.
De collegezaal van de Erasmus Universiteit Rotterdam was flink gevuld. Op geroutineerde wijze deed Cohen in het kort het verkiezingsprogramma van de PvdA uit de doeken. De geijkte onderwerpen, zoals de hypotheekrenteaftrek en AOW-leeftijd, kwamen langs, maar ook sprak hij over het afschaffen van de basisbeurs. En dat raakte de aanwezigen toch het meest.
Geen geld cadeau
Lastige vragen leverde het nauwelijks op. “Straks gaan kinderen van rijke ouders helemaal geen lening afsluiten en dan betalen zij ook niets terug”, zei een studente. “Kinderen van arme ouders moeten wél lenen en terugbetalen. U pleit toch juist voor solidariteit?”
“Maar nu krijgen kinderen van rijke ouders allemaal een basisbeurs, terwijl ze die niet nodig hebben”, pareerde Cohen. “Ze hoeven de beurs niet te lenen, maar ze hoeven hem ook niet cadeau te krijgen.”
Aanvullende beurs blijft
Ook nam hij het misverstand weg dat de aanvullende beurs zou sneuvelen: die wil de PvdA behouden, zodat kinderen van armlastige ouders geen hogere studieschuld hoeven te hebben dan kinderen van rijke ouders. “De VVD wil ook die aanvullende beurs schrappen”, voegde hij daaraan toe, “en het CDA wil van de OV-jaarkaart af.”
Studie is investering
Een ander zei dat studeren “helemaal niet meer aantrekkelijk” zou zijn, als je naderhand een lening moet aflossen en door je hogere salaris bovendien meer belasting moet betalen. Maar dat leek Cohen onwaarschijnlijk. “Je gaat ook om andere redenen studeren dan om een goed salaris. Je moet een studie zien als investering in jezelf.” Bovendien hebben afgestudeerden volgens hem nog altijd een beter inkomen dan anderen, ook als ze een lening moeten terugbetalen.
Teleurstellend
Eén van de toehoorders was Karin van der Graaf, student Economie en Bedrijfseconomie. Ze kwam luisteren naar Cohen, omdat de Stemwijzer haar adviseerde om op de PvdA te stemmen. “Maar eigenlijk kan ik me na zijn verhaal minder vinden in de standpunten van de partij”, bekent ze. “Hopelijk kan ik na het lijsttrekkersdebat op 8 juni wel een keuze maken op wie ik zal stemmen.”
Toptarief
De moeilijkste vraag ging uiteindelijk niet over de basisbeurs, maar over het toptarief van zestig procent voor de hoogste inkomens. Zou Cohen dat toptarief ook invoeren als uit berekeningen zou blijken dat dit slecht uitpakt voor de economie? Kiest hij voor het principe of voor de pragmatiek? Maar dat dilemma ontdook Cohen. Hij wilde die berekening eerst eens zien en verweest naar het Centraal Planbureau, dat morgen de vermoedelijke effecten van de verschillende verkiezingsprogramma’s bekend maakt. HOP/LJ