Edo Berger (29) won donderdag 15 april de eerste editie van het Erasmus Student Cabaret Festival. De avond, georganiseerd ter ere van het negentiende lustrum van Laurentius, vond plaats in een sobere setting. Maar het publiek was gretig.

Met een grote sprong stond hij op het podium van de collegezaal. Edo Berger, een grote vent met donkere ogen en verward haar, wreef in zijn handen. “Ik heb een voorstel”, zei hij. “Laten we allemaal diep in ons hart kijken en zeggen wat we echt vinden.” Er volgde een verwachtingsvolle pauze. “Niemand? Dan doe ik het wel.”

Berger was de hekkensluiter van de cabaretavond die ambitieus omschreven werd als het Erasmus Student Cabaret Festival. Het idee was simpel: drie beginnende cabaretiers speelden elk een half uur en de zaal koos een winnaar. Het ging daarbij vooral tussen Berger en Robert Derksen. Beiden tegen de dertig en afgestudeerd in respectievelijk Amsterdam (Europese Studies) en Tilburg (Bedrijfseconomie). De jongste kandidaat, Iris Pieterse, was de enige Rotterdammer. Maar de flinke schare opgetrommelde fans konden de negentienjarige studente Vrijetijdswetenschappen niet aan de overwinning helpen.

Geïntimideerd

Als de avond, aan elkaar gegrapt door Howard Komproe, iets duidelijk maakte, was het dat ook cabaret een vak is. Op een kaal podium, tegen de achtergrond van een krijtbord, eet de zaal niet zomaar uit je hand. Dat merkte vooral Pieterse, die zich tijdens haar theatrale, soms overdreven act, duidelijk geïntimideerd voelde door de matig gevulde zaal. Het gemak waarmee Derksen vervolgens het publiek bespeelde was opmerkelijk. Duidelijk beïnvloed door de stand-up comedy, scoorde hij met snelheid en intelligente kwinkslagen. Berger kwam relaxter over, maar maakte zich er soms gemakkelijk vanaf door de zaal op te zoeken en terug te grijpen op zijn rode draad, een flauwe cursus zelfverdediging.

Allemaal beginners

Veel spelen is de remedie, stelden de cabaretiers na afloop. En dan het liefst zonder competitie, zei Derksen, die vorig jaar ontslag nam als docent op een vmbo-school om zich volledig op het cabaret te kunnen richten. “Ik vind het geen probleem om te verliezen. Maar we zijn allemaal beginners. We zijn mét elkaar, niet tegen elkaar.” Berger, die dit jaar voor het eerst ‘de magische grens van één keer per week’ passeerde en daarnaast nog als educatief medewerker voor een theatergezelschap werkt, noemde spelen het mooiste wat er is. “Al kost de taxi van Amsterdam centraal naar huis me soms meer dan een optreden in Nieuwegein heeft opgeleverd.” GM