Studenten die een Bindend Studieadvies (BSa) krijgen en dus van de opleiding worden gestuurd, zijn niet altijd goed gewaarschuwd. De begeleiding van deze studenten schiet tekort, waardoor ze het hoger onderwijs eerder verlaten. Dat blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie.
Het onderzoek is gedaan op verzoek van de minister om te bekijken of het Bindend Studieadvies goed uitgevoerd wordt. Het rapport constateert zuinigjes dat dit ‘in redelijke mate’ overeenstemt met wat de wet op het hoger onderwijs voorschrijft.
Resultaten
Bijna de helft van de wo-opleidingen hanteert volgens het rapport het Bindend Studieadvies. Van deze groep kreeg 19 procent van de wo’ers in 2007/2008 een negatief advies. De voorlichting over het BSa is in orde en de gemiddeld gehanteerde studiepuntennorm van veertig punten is realistisch. Daarnaast is de studiebegeleiding die studenten direct na een waarschuwing voor het BSa krijgen meestal voldoende en alle instellingen kennen beroepsmogelijkheden.
Wat kan beter?
Toch kan het nog beter. De wettelijke termijn voor beroepszaken wordt niet altijd nageleefd en de studiebegeleiding na het toekennen van een BSa schiet tekort. Doordat er geen exit-gesprekken worden gehouden, verlaten mogelijk meer studenten de opleiding dan nodig is.
Verantwoordelijkheid
Onderwijsdirecteur Awee Prins, van de Faculteit der Wijsbegeerte waar ze het BSa hanteren, vindt het een goed systeem.“Ik had er eerst nog mijn twijfels over, er zijn immers veel studenten die in het begin moeten wennen aan het studeren. Je hoeft echter niet meteen het hele jaar te halen. Daarnaast vind ik dat je als universiteit ook een verantwoordelijkheid hebt naar de studenten toe. Ze zitten in een belangrijke periode van hun leven en dan moeten ze niet te lang op een studie blijven hangen als het niet goed gaat.” HOP/MW