Wie op school hoge cijfers haalde, doet later minder lang over zijn studie. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek volgde het studieverloop van scholieren die in 1999 slaagden voor het eindexamen. In totaal stroomde 47 procent van hen door naar het hbo en ging een kwart naar de universiteit. De rest studeerde verder in het mbo of vwo, ging werken of vertrok op reis.

Vwo’ers in het hbo

Vooral in het hbo blijkt het gemiddelde eindexamencijfer een goede voorspeller van de studieduur. Van de groep hbo’ers die op de havo gemiddeld lager dan een zes haalde, heeft nog niet de helft (48 procent) na vijf jaar een diploma. Vwo’ers met dezelfde eindexamencijfers doen het beter in het hbo: na vijf jaar heeft zeventig procent een diploma op zak.

Ook in het wo is er een verband tussen de studieduur en de hoogte van de eindexamencijfers. Wie gemiddeld een zeven of hoger haalde heeft twintig procent meer kans om binnen zes jaar af te studeren dan studenten met gemiddeld lager dan een zes.

Gescheiden ouders

Opvallend is het verband tussen de studieprestaties van scholieren en de relatie van hun ouders, vooral onder wo-studenten met lage eindexamencijfers. Wo-studenten met lager dan een zes van wie de ouders op het moment van het eindexamen samen waren, hebben later 44 procent kans binnen zes jaar af te studeren. Bij studenten met dezelfde cijfers maar gescheiden ouders, is dat slechts 20 procent. HOP