René Verwijmeren, hoofd ICT Universiteitsbibliotheek
“Een relatie wordt gevormd op basis van gelijkwaardigheid en vrijheid van keuze. Indien er sprake is van een machtsverhouding, waarbij de ene partij een bepaalde macht/invloed heeft op de ander partij is die gelijkwaardigheid niet meer aanwezig. Hierdoor kan er een situatie onstaan waarbij er misbruik wordt gemaakt van deze macht. Aan de andere kant kan deze machtsfactor ook een bepaalde aantrekkingskracht hebben waardoor een relatie onstaat.
Voor de relatie tussen docent en student zijn er volgens mij voldoende mogelijkheden (studentenpsychologen, maatschappelijk werk, vertouwenspersoon, klachtenprocedure voor seksuele intimidatie, agressie en geweld) om aan de bel te trekken indien er zich ontwikkelingen voordoen die duiden op machtsmisbruik.
Om hier een aparte gedragscode voor te maken is dus overbodig, er is tenslotte ook geen gedragscode voor de relatie directeur- secetaresse of bijvoorbeeld coach-sporter. Op de vraag of een relatie tussen docent en student is toegestaan : ja, als de keuze in vrijheid is gemaakt.”
‘Relatie tussen docent en student mag niet’
Aan de Leidse universiteit moeten een docent die een ‘intieme relatie’ heeft met een student, dat melden bij de baas. Dit moet het werk- en studieklimaat veiliger maken. Nieuwe truttigheid of een terechte manier om machtsmisbruik te bestrijden?
Daniël Springer, student economie en rechten
“Als het gaat om relaties tussen leraar en leerling op een middelbare school is er normaliter weinig discussie mogelijk. Op die leeftijd wordt de vrije wil van de leerling tegenover iemand in een machtspositie immers in twijfel getrokken. Op een universiteit ligt dat anders. Student en docent zijn volwassenen en worden geacht weloverwogen keuzes te kunnen maken.
Ik vind dan ook dat de persoonlijke vrijheid hier zwaar moet wegen. Als twee volwassenen een relatie willen, dan heeft de staat c.q. de universiteit daar in principe geen klap mee te maken. Wat de zaak echter compliceert, is dat de docent soms verantwoordelijk is voor een bepaalde student en invloed kan uitoefenen op diens resultaten. Het spreekt voor zich dat het geen goed idee is als een docent zijn of haar partner een cijfer moet geven.
De oplossing voor het probleem is simpel: een wettelijke regeling waarbij docenten relaties, onder strikte geheimhouding, moeten melden voor zover zij die leerling les geven. Op die manier kan de leiding daar op inspringen, door bijvoorbeeld iemand anders het werk van de leerling te laten beoordelen, en wordt de schijn van partijdigheid voorkomen. Zeker op een universiteit horen we hier volwassen mee om te kunnen gaan.”
Niels van Poecke, programmamaker Studium Generale
“Het invoeren van een gedragscode ‘omgangsvormen docenten en studenten’ waarbij docenten voortaan een verklaring tegenover het bestuur van de universiteit moeten afleggen als zij een relatie met een student(e) beginnen, lijkt me een typisch voorbeeld van morele paniek – zoals die tegenwoordig zo vaak toeslaat in de Nederlandse politiek en samenleving, en kennelijk nu ook op microniveau op de universiteit.
Vorig jaar maakte men zich – vooral in de media en politiek – druk om Breezerseks, happy slapping, groepsverkrachtingen, en meer van dat soort seksueel getinte praktijken. Vaak bleken het echter luchtkastelen te zijn. En er zat ook iets paradoxaals in. Iets wat men bij voorkeur als ‘vies’, ‘verachtelijk’ of ‘a-sociaal’ bestempelt – zoals bijvoorbeeld seks -, en daardoor bij voorkeur in de taboesfeer drukt, tracht men in de media breed uit te lichten en zodoende transparant te maken. Zo ook op de Universiteit van Leiden, waar men de gedragscode heeft ingevoerd. Een relatie – of seks – met de meester is eigenlijk uit den boze, maar de meester is vervolgens wel verplicht – of misschien juist daarom? – om het aan de grote klok te hangen!? Trouwens, waar maakt men zich druk om?
De belangrijkste reden om de gedragscode in te voeren is dat men ‘een kader [wil] scheppen voor een goed, veilig en stimulerend werk- en studieklimaat, waarbij docenten en studenten op respectvolle wijze met elkaar omgaan’. Kun je nog respectvoller met elkaar omgaan als je elkaar – oprecht – de liefde verklaart?”