Niet werven, maar voorlichten

Eén op de drie vwo’ers kiest de verkeerde studie. Zonde van de tijd van de student en zonde van de energie die opleidingen in de student hebben gestopt. Maar hoe kan het dat zoveel scholieren naast schieten? Er is toch voldoende voorlichting? Maar durft de universiteit scholieren echt een opleiding af te raden? Of leggen ze te veel nadruk op de leuke kanten van een studie? Kortom:

‘Universiteit moet niet werven maar voorlichten’

Graciella Anijs, student rechten

“Hoewel mijn middelbare school osb-uren (oriëntatie op studie en beroep, red.) verplicht had gesteld, heb ik er nauwelijks iets aan gedaan. Nadenken over de toekomst deed ik niet echt. De aankomende repetitieweek en de schoolonderzoeken waren veel belangrijker dan een vaag begrip als ‘de toekomst’. Mijn inschrijving voor de universiteit heb ik twee weken voor de eerste collegeweek op de bus gedaan. Dit zonder de universiteit van binnen te hebben gezien. Omdat ik in het eerste jaar doodgegooid werd met nieuwe termen en een andere manier van leven en leren, begon ik pas in het tweede jaar na te denken of dit wel de beste studie voor mij was. Mede door mijn eigen ervaring ben ik zelf studentmentor geworden bij Kaseur en heb ik vwo- leerlingen begeleid met hun studiekeuze. Twee dingen vielen mij op: of ze wisten al precies wat ze gingen studeren. Of ze wisten het niet. Deze laatste groep deed ook geen moeite om erachter te komen wat ze nu precies wilden. Ergens kan je ze geen ongelijk geven. Kan je op 16, 17 en 18- jarige leeftijd wel zo een belangrijke keuze maken? Een universitair oriëntatiejaar zou voor de twijfelaars een uitkomst kunnen zijn!”

Niels van Poecke, programmamaker Studium Generale

“Mijn studieloopbaan op de EUR begon met economie. Het was een bliksemstart, want al na zes weken maakte ik de overstap naar algemene cultuur wetenschappen (ACW). Bij deze opleiding zat ik beter in mijn vel. Het is een brede studie; je leert er over sociologie, economie, kunstgeschiedenis en kunstfilosofie. Toch ontdekte ik ook tijdens deze studie pas in het derde jaar van de bachelor mijn enorme interesse voor de filosofie. Een studie filosofie volgde. Om de grote uitval in het eerste jaar te voorkomen zou ik daarom willen pleiten voor een freshman’s year naar Amerikaans model. Net als bij mijn studie ACW krijg je dan in het eerste jaar van je opleiding te maken met allerlei stromingen binnen de filosofie en wetenschap. Beter voorlichten door de decaan van de universiteit en de middelbare school zal ongetwijfeld helpen: aankomende studenten weten dan beter wat de studie precies inhoudt en of dat aansluit op wat ze denken interessant en relevant vinden. Maar de uitval in het eerste jaar voorkom je zo niet. Want beslissingen worden ook dan slechts gemaakt op basis van een idee. Studenten weten denk ik pas écht welke kant ze op willen en wat ze interessant vinden wanneer ze aan verschillende wetenschapsgebieden gesnuffeld hebben en er ook mee hebben geworsteld. En dat kan even duren inderdaad – minimaal een tijdje flaneren gedurende het eerste studiejaar. Waarom zou je studenten deze tijd niet gunnen door keuzes definitief en dwingend te maken door middel van intakegesprekken voor aanvang van de studie, of erger nog door middel van een bindend studieadvies al na afloop van het eerste jaar?”

Leonora de Boo, student geneeskunde

“Toen ik aan het einde van de middelbare school koos voor de studie geneeskunde, wist ik bijna precies wat ik kon verwachten zonder dat ik me er veel in verdiept had. Het is namelijk redelijk algemeen bekend wat een geneeskundestudent voor zijn kiezen krijgt in zijn opleiding. Je ziet ook dat de uitval bij geneeskunde vele malen lager is dan bij andere studies zoals rechten en economie. De verwachtingen komen overeen met wat er gegeven wordt. Bij medeklasgenoten zag je vaak dat ze bepaalde vakken zoals natuurkunde of Frans wel aardig vonden en daarom maar een studie in die richting kozen. Maar een studie puur Frans is heel wat anders dan een paar uur in de week de werkwoordrijtjes en mooie zinnen leren. Het gaat veel dieper op de stof in, dan de meesten nog interessant vinden. Ik denk dat faculteiten een reëler beeld moeten laten zien wat de student kan verwachten. Een studie wordt dan misschien wel minder aantrekkelijker, toch is dit beter voor zowel de student als de faculteit. De studie zal voor de student minder tegenvallen en deze zal volhouden; de faculteit raakt geen studenten kwijt en voorkomt zo onnodig geldverlies.”

Arie Verheij, medewerker FHKW en student maatschappijgeschiedenis

“Het hoort bij mijn werk aan de faculteit om scholieren en studenten over onze opleidingen voor te lichten. Let wel: goede voorlichting zorgt er ook voor dat iemand beseft dat deze studies niet bij hem/haar passen. Voor geïnteresseerden organiseren wij Open Dagen, Meeloopdagen, Proefstuderen etc. Onze studentvoorlichters (de ‘Ambassadors’) vertellen vooral vanuit hun eigen ervaringen. Het motto hierbij is: ‘Beter goed voorgelicht, dan iets te goed voorgelogen’. Als universiteit hebben we geen belang bij foute studiekeuzes, die gebaseerd zijn op onze mooie praatjes. Wij zijn er juist voor de scholieren, om hen tegemoet te komen. Kiezen is niet altijd makkelijk; vooral als het belang van jouw beslissing zo benadrukt wordt. Welke vragen stellen studiekiezende scholieren eigenlijk? Aan voorlichters worden allerlei praktische vragen gesteld, terwijl deze jongeren zichzelf onvoldoende bevragen. Vroeg of laat ontkom je niet aan een aantal vragen, als je een gedegen studiekeuze wilt maken: Wat wil ik eigenlijk? Wat kan ik nu al? Waar ben ik goed in, of zou ik beter willen worden? Tot mijn spijt stimuleren onderwijsinstellingen het shopgedrag van jonge mensen, in plaats van dat zij geholpen worden bij het nadenken over de wereld, over zichzelf en hun toekomst.”

Arie Verheij, medewerker FHKW en student maatschappijgeschiedenis

“Het hoort bij mijn werk aan de faculteit om scholieren en studenten over onze opleidingen voor te lichten. Let wel: goede voorlichting zorgt er ook voor dat iemand beseft dat deze studies niet bij hem/haar passen. Voor geïnteresseerden organiseren wij Open Dagen, Meeloopdagen, Proefstuderen etc. Onze studentvoorlichters (de ‘Ambassadors’) vertellen vooral vanuit hun eigen ervaringen. Het motto hierbij is: ‘Beter goed voorgelicht, dan iets te goed voorgelogen’. Als universiteit hebben we geen belang bij foute studiekeuzes, die gebaseerd zijn op onze mooie praatjes. Wij zijn er juist voor de scholieren, om hen tegemoet te komen. Kiezen is niet altijd makkelijk; vooral als het belang van jouw beslissing zo benadrukt wordt. Welke vragen stellen studiekiezende scholieren eigenlijk? Aan voorlichters worden allerlei praktische vragen gesteld, terwijl deze jongeren zichzelf onvoldoende bevragen. Vroeg of laat ontkom je niet aan een aantal vragen, als je een gedegen studiekeuze wilt maken: Wat wil ik eigenlijk? Wat kan ik nu al? Waar ben ik goed in, of zou ik beter willen worden? Tot mijn spijt stimuleren onderwijsinstellingen het shopgedrag van jonge mensen, in plaats van dat zij geholpen worden bij het nadenken over de wereld, over zichzelf en hun toekomst.”