De universiteiten willen dat studenten hun eventuele tweede masteropleiding kunnen afmaken zonder het hogere instellingscollegegeld te moeten betalen. Voor studenten die een tweede bachelorstudie volgen zou zo’n regeling niet haalbaar zijn.

Twee masterdiploma’s behalen is volgens universiteitenvereniging VSNU een knappe prestatie die aanmoediging verdient. Wie tijdens zijn masterstudie aan een tweede (of derde) master begint, moet die net als nu kunnen afmaken tegen het wettelijke collegegeld.

Instellingscollegegeld

Maar in zijn nieuwe wet op het hoger onderwijs en onderzoek (WHW) stelt minister Plasterk daar een grens aan: wie zijn eerste masterdiploma binnen heeft, maar zijn tweede nog niet, moet het studiejaar daarop een kostendekkend en dus soms vele malen hoger ‘instellingscollegegeld’ betalen. De universiteiten denken dat zo’n verhoging niet nodig is. Momenteel volgen maar zo’n 2300 masterstudenten een tweede opleiding en die kosten zijn wel op te brengen door de instellingen.

Voor bachelorstudenten is zo’n zelfde arrangement echter niet haalbaar, denkt de VSNU. Gezien de “zeer krappe onderwijsbekostiging” is wettelijk collegegeld voor een tweede bachelorstudie na afronding van de eerste “onbetaalbaar” zonder een verhoging van het ‘macrobudget’. Ook wijzen ze erop dat ambitieuze bachelorstudenten terecht kunnen bij honoursprogramma’s en university colleges.

Afspraak schenden

De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) vinden het jammer dat de universiteiten – en in hun kielzog de hogescholen – de bachelors wat dit betreft “opgeven”. Ze schenden daarmee ook de afspraken in het convenant dat ze dit najaar met de bonden sloten.

LSVb en ISO sturen een petitie naar de Tweede Kamer waarin ze de kamerleden oproepen tegen het hogere instellingscollegegeld te stemmen. Ze kunnen de maatregel niet rijmen met de pogingen van de minister om excellentie te bevorderen. HOP