Of de educatieve minor aan de EUR kan starten in september is nog onduidelijk. De accreditatiecommissie NVAO zal alle educatieve minoren onder de loep nemen, zo werd duidelijk tijdens het debat in de Tweede Kamer op 23 april.

De Algemene onderwijsbond (AOb) windt er geen doekjes om. Universitaire bachelors die een educatieve minor hebben gevolgd mogen geen permanente lesbevoegdheid krijgen. Pas na het afronden van een volwaardige lerarenopleiding verdienen zij die bevoegdheid, vindt de bond. Toch mogen bachelors die een gerichte minor hebben gevolgd van staatssecretaris Van Bijsterveld van Onderwijs wél voor de klas. Zij krijgen een tweedegraads lesbevoegdheid, waarmee ze les kunnen geven op vmbo en onderbouw van havo en vwo.

Zorgen om kwaliteit

In de strijd tegen het lerarentekort komt het goed uit dat vrijwel alle Nederlandse universiteiten studenten van onder meer geschiedenis, economie en wiskunde tijdens een half jaar durende minor willen klaarstomen voor het leraarschap. Over de kwaliteit van het middelbaar onderwijs maken de Aob en enkele politieke partijen zich echter zorgen. Tijdens het kamerdebat bleek dat een ruime parlementaire meerderheid achter Van Bijstervelds plannen staat. Zeker nu de NVAO alle minoren kritisch gaat bekijken.

Behoefte aan economen

Over de toetsing van de NVAO maakt de EUR zich niet zo’n zorgen. “Onze enige zorg is of de NVAO alles op tijd rond krijgt”, zegt Ronald van den Bos, die de organisatie van de EUR-minor ondersteunt. “Er is grote behoefte aan universitair opgeleide leraren, en zeker ook aan economen, die hier veel rondlopen. We hebben banden met de eerstegraads lerarenopleidingen in Leiden en Maastricht en willen in 2011 een master onderwijskunde starten, dus deze minor past hier goed thuis.”  Inmiddels hebben twintig studenten zich aangemeld voor de minor in Rotterdam. Van den Bos verwacht dat het maximumaantal van zestig zeker zal worden gehaald. Het wachten is op de NVAO. MM