Te weinig aandacht in de afgelopen jaren voor de huisvesting van buitenlandse studenten heeft geleid tot grote problematiek in academisch jaar 2008-2009. Dat concludeert de Commissie Huisvesting Buitenlandse Gasten (CHBG) in het vandaag verschenen rapport ‘van de grote lijnen en de lastige details’.

De commissie was ingesteld door het College van Bestuur (CvB) nadat er grote huisvestingsproblemen waren ontstaan in de zomer van 2008. Door een acuut gebrek aan kamers moesten er buitenlandse studenten in caravans gaan wonen. Bij de invoering van het bachelor-mastersysteem en de internationalisering lijkt het CvB maar beperkt rekening gehouden te hebben met de consequenties van dit beleid. Volgens de commissie is de EUR daardoor in onvoldoende mate de zorgplicht voor haar internationale gasten nagekomen.

Geolied huisvestingbeleid

De universiteit moet zorgen voor een goed werkend systeem waarmee studenten een passende woonruimte kunnen vinden volgens de commissie. De uitbesteding aan woningcorporatie Stadwonen heeft zonder voldoende voorafgaand onderzoek plaatsgevonden, waardoor de taken en verantwoordelijkheden van de twee organisaties niet duidelijk waren. Dit heeft geleid tot een ‘organisatiecrisis’ waar de buitenlandse gasten uiteindelijk het slachtoffer van zijn geworden.

Ingewikkelde problematiek

De commissie wijst erop dat de huisvesting van buitenlandse gasten een stuk ingewikkelder is in vergelijking met ‘gewone’ studenten. Zo is er een grote diversiteit bij de gasten qua budget en wensen. Elk jaar is er in september een grote piek qua instroom maar enkele maanden later zakt de vraag in door het vertrek van de (tijdelijk) hier wonenden. De leegstand die daarop volgt is een probleem: buitenlandse gasten betalen in de praktijk meer om de kosten van leegstand op te vangen. Ook moeten alle kamers, studio’s en appartementen gemeubileerd zijn wat het beheren en onderhouden gecompliceerder maakt. Er kan volgens de commissie gesproken worden van ‘complexe materie’. Deze zaken en de onduidelijkheid wie voor wat verantwoordelijk is en de daaruit volgende organisatiecrisis zorgden ervoor dat het huisvestingsprobleem in de zomer van 2008 escaleerde.

Oplossingen

De commissie heeft een aantal aanbevelingen in haar rapport gedaan om de situatie op korte termijn te verbeteren:

  • ‘Communiceer duidelijk naar alle betrokkenen. Wijs binnen de universiteit een persoon aan die ook in augustus aanwezig is en aanspreekpunt is voor Stadswonen en de intern  betrokkenen’
  • ‘Stel een noodplan op gezien het feit dat er een kamertekort wordt verwacht’
  • ‘Maak op de kortst mogelijke termijn afspraken met de faculteiten over het beschikbaar stellen van kamers door studenten die op uitwisseling gaan’
  • ‘Maak op de kortst mogelijke termijn met Stadswonen afspraken over de uitbreiding van het aanbod, zodat in 2010 de eerste resultaten hiervan te zien zijn’

Reactie van de universiteit

Kees van Rooijen ontving het rapport Ringeling namens het College van Bestuur. “Er komt veel drek naar boven”, sprak hij deemoedig, “maar ik ben blij dat alle factoren netjes zijn opgelijnd.” Van Rooijen typeert de huisvestingsproblematiek als ‘een veelkoppig monster’ dat moet worden bestreden. Hij wil de aanbevelingen uit het rapport ‘zo veel mogelijk overnemen en implementeren’. Op de vraag of daar ook geld voor is: “Het is ons wel menens. Er is budget voor belangrijke zaken.” DR/ JR