Studerende ouders moeten de OV-studentenkaart optellen bij hun inkomen, evenals het collegegeldkrediet en een lening bij de IB-groep. Dat schrijft minister Plasterk aan de Tweede Kamer.
Studenten met een kind hebben het financieel niet ruim. De Socialistische Partij zou graag zien dat minister Plasterk hun inkomen ophoogt naar bijstandsniveau. Maar volgens minister Plasterk steekt het inkomen van studerende ouders daar nu al bovenuit.
Rekensom
Hij maakt de volgende rekensom. De basisbeurs en de aanvullende beurs bedragen samen 491 euro. De toeslag voor alleenstaande ouders is 435 euro. Samen is dat 926 euro, oftewel 229 euro onder het inkomen van een bijstandsmoeder. Daar telt de minister tachtig euro voor de OV-studentenkaart bij op, plus de maximale lening van 284 euro. Zo komt de studerende moeder boven het bijstandsniveau uit. De minister zet er bovendien nog het maximale collegegeldkrediet onder, à raison van 130 euro per maand. Dat maakt 1421 euro voor een student met een kind tegenover 1155 euro voor een ouder in de bijstand.
Studerende ouders die afhaken of te laat afstuderen, moeten niet alleen hun studiebeurs, maar ook de eenoudertoeslag terugbetalen. Een SP-motie die de toeslag wilde omzetten in een gift, was volgens de minister te duur.
Overigens maken gemeenten dezelfde rekensom als minister Plasterk. Dit betekent dat een studerende ouder geen aanspraak kan maken op ‘bijzondere bijstand’ als de koelkast of het gasfornuis kapot is gegaan. Het inkomen zou namelijk te hoog zijn om voor zo’n regeling in aanmerking te komen. HOP