Bij een spoedaanvraag, zoals een 112-melding, streven de meldkamers ambulancezorg ernaar om de zorgurgentie binnen twee minuten te bepalen. Maar dat werkt niet altijd optimaal.
Soms werkt dit zelfs negatief op andere kwaliteitsaspecten als veiligheid en effectiviteit, zegt EUR-afgestudeerde Trudie van Duin (45) in haar scriptie Hoe korter, hoe beter?. Hiervoor won zij recent de NVZD-scriptieprijs.
Van Duin deed voor haar masterscriptie bij het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) onderzoek naar prestatie-indicatoren binnen de ambulancezorg.
Tijdsdruk
De meldkamercentralisten worden nu geacht om binnen twee minuten te beslissen of een oproep urgent is en dus of de ambulance moet uitrukken met optische en geluidssignalen. Van Duin: “De tijdsdruk leidt tot tunnelvisie. Je ziet dat na bijvoorbeeld anderhalve minuut wordt gedacht: ik stuur de ambulance maar. Terwijl de meldkamercentralist met iets meer tijd, drie minuten, een betere evaluatie maakt en gemotiveerder kan beslissen of de ambulance ingezet moet worden met de hoogste spoed: een zogenoemde A-1-rit.”
Veiligheid ook belangrijk
Bij 34 procent van de gevallen die ze onderzocht, was er verschil tussen de inschatting van de melding en de daadwerkelijk aangetroffen situatie. Dat verschil is te groot, zegt Van Duin. “Snelheid is belangrijk, maar veiligheid ook. Wanneer je een ambulance de weg op stuurt voor een kleine kneuzing is dat wel patiëntgericht, maar je veroorzaakt ook veel onrust op de weg. Bovendien is daarmee de zorg niet efficiënt.”
Eerder kreeg Van Duin, die het schakeljaar volgde en vervolgens de master Zorgmanagement instroomde, al een scriptieprijs van de faculteit. Aan de NVZD is ook een geldbedrag verbonden van 1500 euro. Binnenkort publiceert zij samen met Roland Bal en Sonja Jerak-Zuiderent in Medisch Contact over dit onderwerp. DR
EM zoekt een motto en jij mag ’t bedenken!
Ieder zichzelf respecterende organisatie vindt zichzelf elke paar jaar weer opnieuw uit.…