Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) start in juni en augustus met studiekeuzegesprekken om de studie-uitval tegen te gaan. De EUR is een van de elf hogescholen en universiteiten die gesubsidieerd worden door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW) voor hun eigen initiatief.
Universiteiten en hogescholen konden november vorig jaar hun plan, binnen de context van het programma‘Studiekeuzegesprekken: Wat werkt?’, insturen naar SURF, een stichting waar hogescholen en universiteiten bij zijn aangesloten. Deze stichting subsidieert projecten van hogescholen en universiteiten. Echter, is niet alleen SURF betrokken bij het programma, ook minister Plasterk van het ministerie OCenW had de hoge studie-uitval op zijn agenda staan. Hij besloot meer middelen beschikbaar te stellen.
De EUR is een van de elf hogescholen en universiteiten wiens project geaccepteerd is. De opzet is bedoeld voor de aspirant RSM-studenten. “Het is zonde van de tijd als de studenten tijdens hun eerste jaar afhaken”, vindt projectleider Ad Scheepers.
Online vragenlijst
Zodra de vwo’ers zich aanmelden bij de bacheloropleidingen van RSM, krijgen zij een online vragenlijst, waar RSM met het Rotterdams Instituut voor Sociaal-wetenschappelijk BeleidsOnderzoek (RISBO) aan werkt. “Via deze vragenlijst wordt elke aanmelder afzonderlijk geïnventariseerd. Wij zullen vervolgens ongeveer veertien groepen van twintig leerlingen samenstellen”, aldus Scheepers. De beantwoorde vragenlijsten worden beoordeeld op zeven factoren, waaronder motivatie om de opleiding te volgen en eindcijfers op het vwo vallen. Deze factoren zouden het succes van studenten kunnen voorspellen, volgens Scheepers.
Groepsgesprekken
Studieadviseurs en programmamanagement gaan de groepsgesprekken voorbereiden, maar ouderejaarsstudenten van de betreffende opleiding leiden de gesprekken. Zowel in juni als augustus vinden de groepsgesprekken plaats. “Tijdens een dergelijk gesprek krijgen toekomstige studenten een opdracht voorgelegd. Bij het uitwerken hiervan wordt gekeken naar aspecten als zelfwerkzaamheid en inhoudelijke punten”, legt Scheepers uit. Voor de vwo-leerlingen is het een voorproefje en eveneens een opstapje naar de gesprekken. Onder andere wordt ingegaan op de studievaardigheden van de aanstaande studenten.
Expirimenteel
Het project is experimenteel van karakter: “Wij testen aan de hand van de vragenlijst en de gesprekken of de zeven factoren daadwerkelijk representatief zijn voor het studiesucces. Daarnaast willen we ook weten of de gesprekken helpen. Minder studie-uitval is voor iedereen het beste”, legt Scheepers uit. De leerlingen uit de gespreksgroepen die werkelijk een studie aan de RSM beginnen, worden gevolgd. Om de effecten te kunnen meten zijn er controlegroepen die niet aan gesprekken deelnemen.
Het subsidiebedrag sluit niet geheel aan bij de projectbegroting, maar dat bedrag wordt, zo zegt de projectleider, uit eigen zak betaald. “Zonder de subsidie hadden wij waarschijnlijk een soortgelijk project gestart. Wij vonden dat dit moest gebeuren.” PJ